In de kerkeraadsvergadering van 18 oktober 1961 laat de voorzitter der kerkeraad zich ontvallen dat "aan het archief van onze gemeente nooit veel is gedaan, zodat het tijd wordt orde op zaken te stellen. Bovendien is de plaats waar het archief thans bewaard wordt te vochtig" *  . De rond deze tijd ingestelde archief- en bibliotheekcommissie draagt als gedeeltelijke oplossing der problemen de overbrenging aan van het oud archief der doopsgezinde gemeente naar het Gemeentearchief. In verband met de toenmalige gebrekkige behuizing van deze instelling spreekt men later over in bewaringgeving van het archief bij het Rijksarchief in Friesland. Gedurende de 60er jaren wordt dit punt meermalen aan de orde gesteld. Er gebeurt echter niets, tot eind 1978, wanneer er een verbouwing plaatsvindt van de kerkelijke bijgebouwen, waarbij de archivalia in de weg liggen. De archieven van Doopsgezinde Gemeente, Hubertine Stichting, Marcelis Goverts Gasthuis en Klaas Tiglerleen, tezamen ca. 15 strekkende meter, worden in november 1978 overgebracht naar het Gemeentearchief.

Maart 1979 maken Joh. Schaafsma en ondergetekende een voorlopige plaatsingslijst van deze archieven. Vooral wat betreft de archivalia der Doopsgezinde Gemeente werd een tamelijk chaotisch geheel aangetroffen. Er bestonden twee inventarissen: één tamelijk gedetailleerde uit ca. 1870, die was bijgehouden tot ca. 1923, en een tweede lijst uit ca. 1950, die de raadpleger veel beperkter informatie bood (een concordans is niet aangetroffen). Waarschijnlijk in verband met de voorgenomen overbrenging naar het Rijksarchief in de jaren 1960 e.v., was een deel der stukken (van na ca. 1900) afgezonderd. In de 20e eeuw begon men met dossiervorming en vooral sedert ca. 1940 legden de beheerders steeds opnieuw dossiers aan. Deze waren opgeborgen in hangkasten en laden en overlapten elkaar meermalen. Correspondentie bevond zich gedeeltelijk in de dossiers, gedeeltelijk in ordners.

Bij het samenstellen van de onderhavige inventaris is uitgegaan van een door de structuur van het kerkbestuur aangegeven indeling, waarbinnen de archivalia op hun plaats konden vallen. De nogal chaotische en sterk vervuilde 20e-eeuwse dossiers zijn uiteengenomen en binnen deze indeling op een meer logische wijze geordend. In 1991 zijn nog enkele waardevolle aanvullingen op de aanwezige archieven binnengekomen, zodat een zo compleet mogelijk beeld van de ons resterende archivalia in de inventaris kon worden gegeven.

Wat betreft de Doopsgezinde Gemeente lopen deze voornamelijk vanaf het jaar 1705, toen de hiervoor beschreven vereniging van verschillende doopsgezinde gemeenten binnen Leeuwarden plaatsvond *  . Uit de periode daarvoor zijn slechts enkele stukken over van het archief van de Waterlandse Gemeente *  . De inventaris is afgesloten in 1969, toen de gemeente overging tot weer een nieuwe ordening van het secretariaats-archief van de kerkeraad.

De materiële toestand der archivalia is niet slecht te noemen, al is hier en daar wel enig restauratiewerk vereist. De inventarisatie van de na uitschoning ca. 9 strekkende meter beslaande archieven der Doopsgezinde Gemeente is voltooid in 1991. Bij de akte van inbewaringgeving is een beperking aan de openbaarheid der archieven gesteld: stukken jonger dan 25 jaar zijn niet ter inzage.