Uw zoekacties: Korte geschiedenis van het plaatselijk bestuur (2/3)

Artikelen ( Heemkundevereniging Houthem-St.Gerlach )

beacon
 
 
Artikel
Korte geschiedenis van het plaatselijk bestuur (2/3)
Datering:
1974
Titel:
Korte geschiedenis van het plaatselijk bestuur (2/3)
Auteur:
W. van Mulken
Samenvatting:
Inventaris van de archieven der gemeente Houthem 1800-1940 (uitg. 1974)

22). Uit hen waren bij koninklijke besluiten van 14 october 1836 J.H. Quix tot burgemeester en M. Philippi en J.A. Croon tot schepenen benoemd.
23) In de samenstelling van de gemeenteraad kwam gedurende de nog resterende Belgische overheersing geen verandering meer. De gemeentesecretaris werd volgens de gemeentewet van 30 maart 1836 door de gemeenteraad benoemd, welke benoeming moest worden goedgekeurd door de deputation permanente du conceil provincial. De eerste benoeming van de secretaris geschiedde door het gouvernement. De gemeente-ontvanger werd eveneens door de gemeenteraad benoemd onder goedkeuring van de deputation permanente du conceil provincial. J.H. Quix bleef gemeentesecretaris en M. Geuskens gemeente-ontvanger. De eerste nam op 20 december 1837 ontslag als secretaris vanwege drukke werkzaamheden; bij raadsbesluit van 23 december d.a.v., werd J.J. Geuskens, oud 20 jaar tot zijn opvolger benoemd.
24) Na de ingevolge het Londens tractaat van 19 april 1839
25) tot stand gekomen vereniging van de tegenwoordige provincie Limburg met de noordelijke Nederlandse provincies (officieel door de wet van 4 september 1840, Stbl. 48) werd bij besluit van koning Willem I van 24 september 1840 de Nederlandse grondwet, zoals die in dat jaar gewijzigd was, voor het hertogdom Limburg van kracht verklaard.
26) Voordien echter waren er al voorlopige bestuursmaatregelen getroffen, o.a. dat alle bestaande en werkzame ambtenaren, zonder onderscheid of uitzondering, in de weder in bezit genomen landstreken van Limburg, aanvankelijk en tot zolang daaromtrent nader zou zijn beschikt, hun bedieningen bleven uitoefenen.
Samenvatting2:
Ook na de van kracht verklaring van de grondwet (24 september 1840) kwamen er nog verschillende wetten omtrent het plaatselijk bestuur in de provincie tot stand. We vatten deze diverse besluiten en wetten voor wat betreft de benoeming van burgemeester, schepenen, raadsleden, secretaris en ontvanger gemakshalve als volgt kort samen: - De burgemeester bleef benoemd worden door de koning. - De schepenen werden benoemd door de commissarissen, belast met het voorlopig bestuur, later door de Staatsraad Gouverneur van het hertogdom. - De raadsleden werden benoemd door de commissarissen, belast met het voorlopig bestuur, en vanaf 28 september 1841 door de Gedeputeerde Staten. - De secretaris werd benoemd door de koning. - De ontvanger werd benoemd door de commissarissen, belast met het voorlopig bestuur, en later door de Staatsraad Gouverneur van het hertogdom. In de samenstelling van het plaatselijk bestuur van Houthem vond geen verandering plaats toen Limburg weer onder Nederlands bewind kwam; J.H. Quix bleef burgemeester, terwijl M. Philippi en J.A. Croon als schepenen en L. Thonart, G. Willems, W. Geuskens en P. de Lahaye als raadsleden aanbleven.
27) De eerste mutatie had pas plaats in 1844; bij besluit van Gedeputeerde Staten van 9 augustus 1844 n.l. werd J.P. Willems benoemd tot raadslid ter vervanging van G. Willems, aan wie eervol ontslag werd verleend.
28) In october 1845 werd L. Thonart als raadslid opgevolgd door J.W. Roosenboom.
29) Op 8 februari 1847 overleed de gemeente-ontvanger M. Geuskens. Zijn zoon J.W. Geuskens werd daarop tijdelijk belast met de waarneming van dit ambt en later definitief benoemd tot ontvanger.
30) De grondwet van 1848 en de daardoor geëiste gemeentewet van 29 juni 1851, Stbl. 85, stellen de raad aan het hoofd van de gemeente.
Samenvatting3:
Het bestuur van elke gemeente bestaat uit een gemeenteraad, een college van burgemeester en wethouders en een burgemeester. De leden van de raad worden gekozen door de inwoners der gemeente volgens censuskiesrecht. De raadsleden hebben zitting gedurende 6 jaar; een derde van hen treedt om de 2 jaar af en zijn weer herkiesbaar. De wethouders worden door de raad uit zijn midden benoemd; ze worden gekozen voor 6 jaar, de helft treedt om de drie jaar af en zijn weer herkiesbaar. De burgemeester wordt door de koning benoemd voor de tijd van 6 jaar; hij kan na verloop van die tijd herbenoemd worden. Het aantal raadsleden bedraagt, onverschillig of de burgemeester al dan niet lid is van de raad, 7 in gemeenten beneden de 3.000, 11 in gemeenten van 3.000-6.000, 13 in gemeenten van 6.001-10.000 inwoners etc. en tenslotte 45 in gemeenten boven de 200.000 inwoners. In Houthem werden J.H. Quix, J.A. Croon, P. de Lahaye, W. Geuskens, J.P. Willems, J.W. Rosenboom en J.W. Vansintfijt tot raadsleden gekozen. Ze werden geïnstalleerd in de raadsvergadering van 10 october 1851. J.H. Quix bleef burgemeester.
31) In de vergadering van 12 october 1851 koos de gemeenteraad uit haar' midden tot wethouders: J.A. Croon en P. de Lahaye, die beiden 6 stemmen verwierven,
32) De gemeentesecretaris wordt door de raad, op voordracht van burgemeester en wethouders, benoemd, geschorst of ontslagen. De burgemeester, tot secretaris benoemd, wordt als zodanig niet dan met goedkeuring van de Kroon geschorst of ontslagen. De gemeente-ontvanger wordt eveneens door de raad, op voordracht van burgemeester en wethouders benoemd, geschorst of ontslagen. In de raadsvergadering van 20 october 1851 werden J.J. Geuskens weer tot gemeentesecretaris en J.W. Geuskens tot gemeente-ontvanger aangesteld.
Samenvatting4:
33) De grondwet van 1848 en de gemeentewet van 1851 zijn, met inbegrip van hun vele wijzigingen, nog steeds de grondslag voor de huidige samenstelling van het plaatselijk bestuur. De voornaamste wijzigingen i.v.m. het hierboven behandelde zijn wel: het algemeen kiesrecht, de zittingsperiode van 4 jaar voor de gemeenteraad en de wethouders en de afschaffing van de periodieke aftreding. De gemeente Houthem, die bij besluit van de minister van justitie van 23 mei 1889 een gemeentewapen kreeg
34) en volgens de gemeentebegroting van 1940 op 1 januari 1939 2.401 inwoners telde
35), werd bij beschikking van de secretaris-generaal van het departement van binnenlandse zaken van 30 augustus 1940, no. 21753 B.B., met ingang van 1 october 1940opgeheven en grotendeels bij de gemeente Valkenburg gevoegd, terwijl het resterend gedeelte werd gevoegd bij de gemeente Berg en Terblijt.
36) De gemeenteraad van Houthem kwam op zondag 29 september 1940 om 12 uur 's-middags voor de laatste keer bijeen in een spoedeisende vergadering, met als enige agendapunt een "voorstel van eenige raadsleden om de bevoegde macht te verzoeken aan de naam der vergroote gemeente Valkenburg den naam der gemeente Houthem toe te voegen". De laatste raad van Houthem was als volgt samengesteld: P.A. Hens, burgemeester; A.J.H. Sleijpen, wethouder; J.H. Thewessen, wethouder; M.H.G. Curfs, raadslid, J.M. van Venne, raadslid, F.H. van Aken, raadslid, W.G. Duijzings, raadslid, M.J.H. Bielders, raadslid, De vergadering, die vijftien minuten duurde, werd met het gebruikelijke gebed door de voorzitter gesloten.
37) In 1941 werd de naam der gemeente Houthem inderdaad aan die der gemeente Valkenburg toegevoegd. Tenslotte volgt hier nog een lijst van de burgemeesters (maires, schouten) vanaf 1800 en de wethouders (assessoren, schepenen), raadsleden, gemeente-secretarissen en gemeente-ontvangers vanaf circa 1823.
Samenvatting5:
38) Burgemeesters:

M.J. Schoenmaeckers, 1800-1801, 1810-1819.
J. Schoenmaeckers, 1801-1810.
G. Willems, 1819. (tijdelijk burgemeester.)
J.H. Quix, 1820-1856. (raadslid, 1819-1863, secretaris 1825-1837).
J.C.F.J. Corneli, 1856-1900. (raadslid 1854-1901).
A.W.J. Erens, 1900-1912.
J.H.M. Vermeulen, 1912-1917.
P.A. Hens, 1917-1940.

Wethouders:

G. Willems, -1825.
J.A. Croon, -1854.
M. Philippi, 1825- ca. 1851?
P. de Lahaye, 1851-1874.
J.P. Willems, 1854-1900.
J.W. Vansintfijt, 1874-1904.
A. van Kesteren, 1900-1917.
L. Cuijpers, 1904-1914.
P.A. Willems, 1914-1917.
P.H. Ackermans, 1917-1918.
P.H. Frissen, 1917-1919.
H.W. Deusings, 1918-1919, tijdelijk wethouder.
J.H. Sleijpen, 1919-1920.
E.A.H. Roebroeck, 1919-1927.
M.H.G. Curfs, 1920-1966.
J.M. van de Venne, 1927-1935.
J.C. Bartels, 1935-1936.
A.J.H. Sleijpen, 1936-1940.
J.H. Thewessen,1936-1940.
Geografische namen: