HOUTHEM ST. GERLACH. In den nacht van Zaterdag op Zondag, tusschen 12 en 1 uur ontstond, tot nog toe, door onbekende oorzaak brand in de stalling van den landbouwer Croon. De knecht die in deze stalling sliep, had slechts den tijd eenige kleederen, en de paarden te redden, het overige : 8 koeien en runderen, 14 varkens, 2 schapen en de waakhond, benevens een partij stroo en graan werden een prooi der vlammen. Daar de brandspuit zoo spoedig ter plaatse was en dank aan de ijverige medewerking der buurlieden, werd de huisbouw, alsook de belendende gebouwen gespaard. Alles is tegen brandschade verzekerd. Men vermoedt dat hier een misdaad gepleegd is. In dienzelfden nacht, werd aan eene kapel alhier het ijzere barrier stuk gebroken, en daar een aanwezige O.L. Vrouwebeeld stuk geslagen, welke stukken men 's morgens voor de kapel vond liggen. Aan een waterput hebben de baldadigers het touw doorgesneden en den daar aanwezigen emmer enz . in den put geworpen. Elders werden op meer plaatsen de glasruiten ingeworpen. Men vermoedt nu, diegenen die zoo brutaal zijn geweest, het O.L. Vrouwebeeldje stuk te slaan enz. niet minder in staat zijn eene woning in brand te steken. De politie doet ijverig onderzoek en het is ten zeerste te hopen, dat men deze baldadigers weldra op het spoor zal zijn.