268 Jenneken, echte huisvrouw van Arnt Sweertveger, heeft verlijd en bekend dat alzodane opdracht en vertichnisse als Arnt, haar echte man voorzegd, gedaan heeft Andryss Neeff voor de gerichte van Zalingen van het versterf, erf en goed, rede en onrede, roerende en onroerende, nihil exemptum, van zijn vader en moeder zal., haar wel te wille is en mitsdezen mede doet en belieft [enz.];

743 Comparuit Marseliuss Blanckebiell met recht gebaad om een getuig der waarheid te geven en heeft getuigd en gezegd dat hem bewust is dat hij gerekend heeft vanwege de stadhouder te Harderwijk, Wytt van Munster, met Andryss van Zalingen, stalknecht des stadhouders voorzegd, waarop de stadhouder voorzegd hem geld gegeven heeft; dan hoeveel weet Marseliuss voorzegd niet, maar beklaagde zich Andryss voorzegd dat hij niet betaald werd, gelijk de stadhouder voorzegd met hem verdragen waar; et juravit ad Sancta;

238 Comparuerunt schipper Bernt Struffhaegen, oud ongeveerlijk 50 jaren, Panthaleon van Zalingen, ongeveer 31 jaren, Wilhem van Huest van Zalingen, 20 jaren, en Bruyn Roosboom van Berck, 20 jaren, met recht besat ter instantie van Hans Jongers van Zalingen om op zekere vraagstukken de waarheid getuigenisse te geven; - eerstelijk op wat tijd zijluiden met schipper Bernt voorzegd de Craenley voorbij gevaren zijn? - tuigden gezamenlijk: op zaterdag, den 1e april "hart" voor de middag; - ten 2e of niet hunluiden enige Aenholtsche soldaten, bij der Craenley aangekomen? - Hierop getuigd: Ja; [Irst] omtrent 40, verdeeld in 3 schepen, die zij de huisluiden afgenomen hadden, hunluiden aldaar op de stroom aangetroffen zijn, hunluiden etlijke uit schipper Bernts schip tot zich in Ire schepen verdeeld, ingetagen en met vele oneerbare scheldwoorden, "cruycen", wonden en lijden hunluiden hun geld, hemden, kleder en sunst afgenomen, niettegenstaande zij zich openbaarden als gene Nederlanders, dan zijne vorstelijke G. onderdanen te zijn, geen vijandschap met iemand te dragen, dan woonachtig te Zalingen en Berck, begerende daarom: men zoude hun ongemolesteerd passeren laten; Daarop zij hunluiden geantwoord: het waar hun gelijkwel of zij Klevische, Benicksche of de vorst zelver waren; zij wollen gelijkwel toetasten, "want der furst houwt ons die kopp aff, want hy ons krygt"; - ten 3e of niet Hans Jonger, producent voorzegd, etlijk bereid en onbereid geweer van kortelassen, rappieren, kleine "metser" en onbereide gevesten in des voorzegden schipper Bernts schip gehad en of hem van dezelve daar niet een goed deel van genomen zijn worden, waard zijnde ongeveer 150 daler? - zeggen: Ja; gezien te hebben dat sommige van de stroomschenders 3, 4, sommige 5, 6, 7 of 8 kortelassen hem afgenomen hebben en alle de bereide rappieren, ongeveerlijk 20 in het getal, doch weten de waarde daarvan eigentlijk niet; - ten 4e: of niet hij, producent, gebeden en gezegd: