2497 Missive van het hof aan Thoenis van Eijmeren te Rijckerswoerdt met last om te Huissen niet in het recht te treden maar forum te declineeren en geen pacht aan Cunera ter Herenhoeff te betalen. (Zie brief No. 2496).
Zie brief van 14 april 1557

2496 Missive van het hof aan den ambtman van Overbetuwe. Cunera ter Herenhoeff heeft Thoems van Eymeren, pachter van Z.M. te Huissen (dus met uitheemsch recht) doen bezetten voor binnenjaarlijksche pacht van een stuk land, waarover proces geweest is voor het gericht van Elst. Van deze sententie is geappelleerd, welk appel nog hangende is. Het hof gelast den ambtman op alle goederen van Cunera, in zijn ambt gelegen, beslag te leggen en te houden, totdat zij de vordering tegen van E. intrekt. (Zie brief van 14 april No. 2275).
Zie brief No. 2497

2495 Missive van het hof aan Claes Vygh, begeleidende repliek van Derrick van Bronckhorst en van Batenburg op Vygh's antwoord. Dezen wordt gelast hierop te dienen van dupliek. (Zie brief van 27 november No. 2494).
Zie brief van 21 april 1554 No. 2619

2494 Missive van het hof aan den ambtman van Nederbetuwe, begeleidende een request van Derrick van Bronckhorst en van Batenburg, heer van Nederwormter. Daar de rechtsvordering in questie in verband schijnt te staan met die, waarover de zelfde suppliant te voren gerequestreerd heeft en waarvan de ambtman beweert, dat die ten landrecht moet geremitteerd worden, gelast het hof hem deze vordering te laten rusten, totdat uitgemaakt is, of de vorige door het hof of naar landrecht behoort afgedaan te worden.
(Zie brief van 16 october No. 2460).
Zie brief van 28 november No. 2495