3.131 regesten
sorteren op:
0370 Heren en graven van Culemborg
Inventaris
4. Regesten
4.2.01. 1-100
11 Jan van Renesse en Dirck van Bederode, ridders, beloven heer Florens, graaf van Hollandt, getrouw te zullen dienen en eventueele geschillen door den hertog van Brabant te laten beslissen.
Datering:
1290 Juni 11 [des Sonnendages nae sinte Bonifacius' dach]
NB:
Afschrift (begin 17de eeuw), (Inv. no. 8059).
Gedrukt: van den Bergh, no. 721.
Gedrukt: van den Bergh, no. 721.
Toegangsnummer:
0370 Heren en graven van Culemborg
Organisatie: Gelders Archief
laatste wijziging 23-12-2010
0370 Heren en graven van Culemborg
Inventaris
4. Regesten
4.2.01. 1-100
10a Heer Johan, heer van Arckel, oorkondt, dat hij met de andere geërfden overeengekomen is een watergang te verkoopen van beneden de steeg te Everdingen tot Schoenrewoerde en Ameyde toe.
Datering:
1284 April 11 [tot Everdingen by der kercken des Dynsdages in die Paeschweke]
NB:
Afschrift in Inv. no. 1787, fol. 166 verso.
Gedrukt: Sloet, no. 1073bis.
Gedrukt: Sloet, no. 1073bis.
Toegangsnummer:
0370 Heren en graven van Culemborg
Organisatie: Gelders Archief
laatste wijziging 23-12-2010
0370 Heren en graven van Culemborg
Inventaris
4. Regesten
4.2.01. 1-100
10 Hubertus genaamd de Bosinchem, erkent, met toestemming van zijn oom Swederus de Bosinchem, ridder, en zijn broeder Theodericus Splinter verkocht te hebben aan REYNALDUS, graaf van Gelria, zijn kasteel Culenborch, en ontvangt het van dezen weder ten Zutphenschen rechte.
Datering:
1281 November 21 [apud Noviomagum] [feria sexta que fuitvigilia beate Cecilie virginis]
NB:
a. Afschrift (Inv. no. 260).
Gedrukt: Sloet, no. 1039.
b. Afschriften in Inv. no. 2297, antwoord, bijlage D1.
Gedrukt: Sloet, no. 1039.
b. Afschriften in Inv. no. 2297, antwoord, bijlage D1.
Toegangsnummer:
0370 Heren en graven van Culemborg
Organisatie: Gelders Archief
laatste wijziging 23-12-2010
0370 Heren en graven van Culemborg
Inventaris
4. Regesten
4.2.01. 1-100
9a Hubrecht Schench van Boesinchem erkent overgedragen te hebben aan heer Diderick van ALTENA, proost en aartsdiaken van de kerk van St. Salvator te Utrecht, een hoeve land bij den Biscopsgrave en een halve hoeve in de Bodelstrate, beide gelegen onder de jurisdictie van Lansmer, die hij daarna in leen ontvangt, terwijl de Proost hem de hoeve overdraagt, waarop oorkonder zijn slot gebouwd heeft, gelegen in Culenborch, welke hij vroeger als leen bezat.
Datering:
1281 Juli 4 [in Translatione beati Martini]
NB:
Afschrift in Inv. no. 1787, fol. 279.
De Latijnsche tekst in Sloet, no. 1031 II.
De Latijnsche tekst in Sloet, no. 1031 II.
Toegangsnummer:
0370 Heren en graven van Culemborg
Organisatie: Gelders Archief
laatste wijziging 23-12-2010