33 De procureur Isaac Nijhoff in kwaliteit van gemachtigde van de heer Daniel Ruijsch voor zich zelf en als man en voogd van deszelfs echtgenote vrouwe Louisa Rutgers, mitsgaders zoveel nodig of dienstig zij, vrouwe, zelve volgens acte, op de 4e van Sprokkelmaand 1811 voor Casparus Krieger, keizerlijke notaris in den Haag, en getuigen gepasseerd, verklaart in naam van constituanten te cederen, te transporteren en in volle en vrije eigendom op te dragen en over te geven aan vrouwe Louisa Wilhelmina van den Broeck, weduwe Evertzen, een kapitaal nu pro resto groot 25000 gl. Hollands, de origineel groot geweest 42000 gl., als resterende kooppenningen van het buitengoed Hartgensberg met aanhorende en bijliggende goederen en landerijen in het schependom dezer stad Arnhem, breder omschreven en gevestigd op die goederen bij acte van opdracht, de obligatie en kustingsbrief van vnd. kapitaal met daarbij beloofde interessen inhoudende, op de 1e van Zomermaand 1809 voor de heer Roeland Jan Bouricius en Jan van Leeuwen, J.U.Dr., leden van de vroedschappen fungerende schepenen der stad Arnhem, gepasseerd en luidende ten laste van de heer Theodore de Smeth voor zich zelf en als man en voogd van deszelfs echtegenote; [enz.]; [in margine insertie volmacht d.d. 4e Sprokkelmaand 1811];