Dagboeken-NIOD ( NIOD Instituut voor Oorlogs-, Holocaust- en Genocidestudies )
244 Europese dagboeken en egodocumenten
Inventaris
1982 Tolman, P.
Auteur:
Tolman, P.
Titel:
De oorlogsjaren 1940-1945 kan ik nooit vergeten...
Openbaarheid:
Deze stukken zijn beperkt openbaar. Zij zijn slechts raadpleegbaar na verkregen toestemming van de directeur van het NIOD. Voor bezoekers die deze toestemming willen hebben, ligt een formulier bij de balie van de studiezaal van het NIOD.
Vorm:
Plakboek met krantenknipsels, dagboekfragmenten en oorlogsherinneringen (beplakte en met pen beschreven A4 vellen uit een ringband)
Omvang:
102 pagina's
Periodisering:
1940-1945
Periode van ontstaan:
omstreeks 1980 (met dagboekfragmenten uit de meidagen van 1940)
Localisering:
Amsterdam
Taal:
Nederlands
Inhoud:
Plakboek van Pieter Tolman, in de oorlog werkzaam bij de Rijkspostspaarbank. Tolman, opgegroeid in een socialistisch gezin in de Louise de Colignystraat in Amsterdam-West, vervaardigt omstreeks 1980 een oorlogsplakboek dat deels uit knipsels bestaat, deels uit dagboekfragmenten uit de meidagen van 1940, deels uit later opgeschreven herinneringen. Indringend beschrijft Tolman hoe hij en zijn vriendin Willy in juni 1943 naar Amsterdam terugkeren na een fietsvakantie door Overijssel. ‘Bij de Berlagebrug aangekomen bleek deze door de moffen te zijn afgesloten. Alleen op vertoon van ons persoonsbewijs en de verklaring dat wij in Amsterdam woonden werden wij doorgelaten. Over de brug heen kwamen we terecht in de verschrikking van een grootscheepse razzia op de in deze buurt wonende Joden. Alle Joden werden uit hun woningen gehaald: rijen mannen, vrouwen en kinderen (soms baby’s in mandjes) stonden voor de gereedstaande trams op verder vervoer te wachten. Het was die zondag prachtig zonnig weer. Buurtbewoners keken uit de ramen naar dit ‘‘schouwspel’’ of wandelden erlangs. De moffen, al bezig vanaf de vroege ochtenduren, waren moe. Zij waren gemelijk, de schoften. Wij stonden daar met onze fietsen, beladen met fietstassen. Wantrouwig keken zij ook ons aan. Alle bruggen rondom deze wijk waren of opgehaald of hermetisch afgesloten. Willy, in het eerste stadium van haar zwangerschap, kreeg het op haar zenuwen. Ik vloekte, zette mijn fiets neer en stapte af op een Duitse korporaal. Erop rekenende dat hij daardoor gevleid zou worden sprak ik hem aan met ‘‘Herr Offizier’’. Hij klapte direct met zijn laarzen tegen elkaar. Ik wees op Willy, dat wij van vakantie terugkwamen en dat mijn ‘‘vrouw’’ ‘‘guter Hoffnung’’ was.’ Bij de Berlagebrug wordt het stel weer doorgelaten. ‘Wij fietsten de brug over en kwamen in de zondagsrust van het overige Amsterdam. De verschrikkingen welke onze Joodse medeburgers werden aangedaan lagen achter ons.’
Datum beschrijving:
19 mei 2017
Illustratie:
Voorkant plakboek met vier regels uit een gedicht van Leo Vroman
Ga naar dit stuk:
laatste wijziging 11-06-2024
1 gedigitaliseerd