Op huyden den 1e juni 1625 oude stijl compareerde voor ons notario ende getuygen Henrick Rutgerszn Buyck wonende tot Amersfoort ons notario ende getuygen wel bekendt, sieck te bedde leggende, doch sijn redenen ende verstandt volcomen gebruyckende, ende verclaerde tot voorcominge van alle questie ende oneenicheyt die nae sijn overlijden tusschen sijne nagelatene weduwe ende erffgenamen ende sijne debiteuren ende crediteuren respectieve soude cunnen rijsen, bij leven ende sterven doen inne stellen te hebben dese forme van liquidatie. Eerstelick verclaerde hij comparant bij de schouten des karspels van Leusden aengenomen gerecht te sijn het leger van de Edele Mogende Heeren Staten Generael met de wagen te dienen in compagnie met Wouter Janszn. Both tot gemene winst halff ende halff, voor vier gulden tien stuyvers des daechs, ende dat de wagen omtrent de tijt van negen weeken in dienste geweest is, ende dat op de voorschreven diensten bij hem comparant ende voorschreven Wouter Both elcx halff ende halff ontfangen ende genoten is eerstelick uyt handen van Johan Bijler, schout 24 gulden, daer naer noch 4 pondt groot in 2 reysen ten huysse van schout Bijlert gehaelt, item noch in 't leger van de wagenmeester van leninge 18 gulden, item noch in 't leger ontfangen 5 gulden van sacken amonitie haver, item een weynich amonitie goey sonder te weten hoeveel geld is en haver ende hoy is importerende. Verclaerde noch hij comparant dat Rijck Morren hem comparant schuldich is te leveren een nieuwe wagen met sijn toebehoren van houtwerck ende ijserwerck ten voldoeninge vande cooppenningen van een paardt, geweest sijnde een grauwe merrie, bij hem comparant den voornoemde Rijck Morren daer aen gelevert , verclaerde noch hij comparant hem te competeren van Wouter Janszn. Both de somme van 50 carolus guldens voor sijn aenpaert van de cooppenningen gesprooten vande wagen ende paerden die hij met de bovengenoemde Wouter alsvorens in dienste gehadt hebben

Comparanten / verkopers:
- Oth Aris van Schadijck, als man en voogd van zijn huisvrouw;
- Harman Jansnz., als momber over de kinderen van wijlen Lijsgen Jans, in haar leven huisvrouw van Cornelis Jans van Baern;
- Henrick Both, samen met de andere twee comparanten mombers over de kinderen van Goort Jansnz.
Zij verkopen dit bij opbod aan de meest biedende, in carolus guldens, op de last van 24 gulden hoofdsom, waarover jaarlijks 1 gulden en 4 stuivers rente betaald wordt aan het Weversgilde alhier. Nog 100 gulden hoofdsom, toekomende aan de erfgenamen van Weysgen, weduwe van Jan Dircxzn., ijzerman, wonende te Utrecht, welke lasten de koper zal overnemen in mei 1628 bij de aanvaarding.
De koper zal zijn verdere beloofde kooppenningen in drie termijnen betalen: 1/3 deel in mei 1628, 1/3 in mei 1629 en 1/3 in mei 1630. Alles met 6% rente vanaf mei 1628. Transport zal worden gedaan bij betaling van de laatste kooppenningen met belofte van "vrijinge en waringe".
De 40e penning en de kosten van transport zal de koper betalen.
De koper zal boven de beloofde kooppenningen op iedere gulden betalen een "oortje ten rantsoen" en een "oortje ten gelage", naar het de verkopers belieft,
De koper is gehouden twee aanvaardbare borgen aan te stellen en indien hij dat niet kan doen, dan zal de veiling doorgaan tot schade van de koper en profijt van de verkopers bij minder of meer opbrengst. Als men zich met de afslag vergist, mag er opnieuw opgeslagen worden.
Bij geen koop zal er geen wijnkoop zijn.
Dirck Henrickszn. heeft voor 420 gulden ingezet en daar overheen geboden 5 gulden en 19 stuivers en is koper gebleven.
Zijn borgen zijn: Henrick Meynts en Cornelis Peterzn.

Jan Richolt van Rutenbeeck heeft dit voor zichzelf, zijn huisvrouw en erven, verkocht aan Steven Reyers van Voorthuijsen en Dibbera, Jan Cupersdr., echtelieden, voor de som van 1.400 carolus gulden. Te betalen mei 1629, bij aanvaarding, de som van 800 car. gulden, en de resterende 600 gulden, mei 1630, zonder rente. Daarbij zal alsdan transport worden gedaan.
De 40e penning en de kosten voor transport komen voor rekening van de kopers.
Tot borg voor de kopers stelt zich Jan Cupers.
Getuigen: Henrick Both, Peter Pelen en C. van Ingen.
(N.B. de akte is getekend door C. van Ingen i.p.v. Johan van Ingen)