Uw zoekacties: Jaarboeken en Maandbladen
beacon
151  zoekresultaten
sorteren op:
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
Erfgoedstuk
Tijdschriftpagina
Maandblad Amstelodamum, 1989; p. 128
Datering:
1989
Titel:
Maandblad Amstelodamum
Jaargang:
076
Jaar:
1989
Pagina:
128
Misschien hebt gij reeds dikwijls gedacht — nu Peter is mij ontrouw geworden , ik krijg geen taal nog teken meer van hem , maar indien gij hier waart geweest had gij dikwijls kunnen hooren ' ik zou Gie zoo gaarne eens hier hebben , maar ik moet hem ook eenige tijd kunnen geven — want nu sedert een kleine drie weeken is de goeden Man zoo in de drukte dat hij steeds op zijn kamer zit . Hij moet nu Zondag Berthus 6 bevestigen en dit is een preek die hem veel moei-te ( moeite ) kost , hij denkt Zondag avond terug te komen en daar het dan Maandag f eest-dag ( eest-dag ) is en hij dan in de eerste dagen van die week wel vacantie zal nemen Zoo wilde ik u preponeren Maandag den 21-sten met ons en petit comité te kunnen vieren , gij zoudt er ons geducht veel plezier mede doen en blijf dan eenige da-gen ( dagen ) . Anna moet haar hand maar eens over het hart strijken en u aan ons een poosje afstaan , het zal U ook goed doen en ik zal Maria 7 zeggen dat zij haar best doet door haar lieve lachjes die sombere bergen 8 van vriend Gideon te ver-jaagen ( ver-jaagen ) die onwillekeurig het gevolg zijn van de onaangename positie waar-in ( waarin ) gij u op het oogenblik bevind . Kom !! roep ik U toe uit naam van mijn dier-baar ( dierbaar ) Mannetje en alles wat vriendschap vermag zult gij hier vinden . De besten Peter zit tot over de ooren in zijn werk daarom nam ik de pen maar eens voor hem op , terwijl Maria haar slaapie doet . Ik zeg niets van het lieve kind . Gij zult zelf zien wat een aardig wijfie het geworden is . Groet Anna hartelijk van mij , hoe gaarne had ik dat zij eens meekwam . Maar daar is zeker geen tijd op wel ? Groet Uwe beste Moeder ontvang een handdruk van uw vriend en geloof mij . Uwe toegenegene Henriette de G . Bienfait .
Gevonden alinea's: 1
 
 
 
 
 
Erfgoedstuk
Tijdschriftpagina
Jaarboek Amstelodamum, 1911; p. 81
Datering:
1911
Titel:
Jaarboek Amstelodamum
Jaargang:
009
Jaar:
1911
Pagina:
81
Vergun mij enkele oogenblikken uwe welwillende aandacht te vragen voor de behandeling van iets uit Amsterdam’s verleden, dat zeker twee eeuwen lang behoord heeft tot één der plaatselijke eigenaardigheden: den roep en den zang der amsterdamsche ratelwachts. Om u de beteekenis en waarde daarvan eenigermate te verklaren moet ik u verzoeken in gedachte terug te gaan tot het midden der zestiende eeuw, d.w.z. tot den regeeringstijd van Karei V. De stad Amsterdamwas landwaarts in destijds begrensd door de grachten, die wij kennen als Singel, BinnensAmstel, Kloveniersburgwal en Geldersche kade; haar stadhuis, het middelpunt van het sociale en economische leven, stond op een plek, thans deel uitmakende van den Dam, op de hoek van de Paleisstraat en de denkbeeldige lijn, die de Groote Club en het passagesbureau der Maatschappij Nederland met elkander verbindt. Evenals inde andere hollandsche steden grepen de bestuurs* functies der stedelijke regeering vrij wat minder in het individueele levender burgerij in en met name was de bescherming van overheidswege verleend aan persoon, aan have en aan goed allerminst zoodanig als wij, gewend, om niet te zeggen verwend aan een vast politiekorps en aan een vaste brandweer ons wel kunnen voorstellen. De politie en ik gebruik dit woord dezen avond niet inden zestiendemeeuwschen zin van het complex der verordeningen, waarbij de zaken het stedelijk bestuur betreffende geregeld werden \ noch in de beteekenis van burgerlijke regeering er inden loop der zeventiende eeuw 1. Verdam, Middelnederlandsch handwoordenboek 441,7 1 ,
Gevonden alinea's: 1