38 Rekest van de dorpen AARLE RIXTEL en BEEK verklarende dat hen in mei 1651 vergund is bruggeld te mogen heffen, maar dat de pachters het geld van enige onwilligen niet kunnen innen, omdat ze hen ontlopen of ontrijden. Ze verzoeken nu enige boeten te mogen opleggen, 1/3 voor de armen, 1/3 voor de officier en 1/3 voor depachters. Het rekest wordt doorgestuurd naar rentmeester PIECK.

202 (zie ook: folio 499v) Brief van rentmeester PIECK van 29 september die dient als advies op het rekest van Jan Dircs VAN DUYNHOVEN van de 18e september inzake het rentmeesterschap van Erp, Veghel, Beek, Aarle en ’s-Hertogenlande dat niet is verpacht maar opgehouden ‘overmits de suppliant ten tyde synder bedieninge de domeynen merckelick diensten heeft gedaen, daerover hy soodanich in t’ooge is geraeckt dat de regeerders hem tselve onderrentmeesterschap hebben soecke te onderpachten, tot groot nadeel van de voors. domeynen, om waartegens te voorsien heeft hy rentmr. ende leenmannen gestatueert, dat dergelicke onderrentmeesterscappen eens gepacht synde, niet en sullen mogen worden overgedaen worden int geheel ofte ten deele aen enich dorp oft corpus, meynen oversulcx dat men tvoors. onderrentmeesterschap als van weynich importantie synde ende niet meer dan 72 gl. jaerlicx renderende aenden suppliant soude mogen laten by continuatie mits den selven pacht verhoogende met ses gulden sjaers – waerop gelet synde is dese sake uytgestelt tot stercker collegie”. Op folio 499 van 13.10.1651 wordt in dit verzoek toegestemd voor de tijd van 1 jaar mits hij 28 gulden betaalt aan de domeinen.

79 Reactie van de rentmeester der domeinen op het rekest van RIXTEL AARLE en BEEK van 23 maart n.a.v. het onderhoud der bruggen en het verzoek om weggeld of bruggeld te mogen heffen. Men gaat akkoord maar onder de volgende conditie dat de heffing als volgt geregeld wordt: o peen wagen met twee paarden, ook van een kar geladen zijn een halve stuiver, zijn ze leeg dan half geld, en van losse paarden of hoornbeesten ieder een duit, waarvan een akte zal worden opgesteld.

53 Rekest van de regenten van AARLE en BEEK dat de 11 of 12 bruggen over de rivieren gelegen moeilijk door hen zijn te onderhouden vanwege de hoge lasten waar ze voor staan. Ze dienen een verzoek in om weggeld te mogen heffen van alle niet-ingezetenen die met paard en wagen en andere bestialen over die bruggen passeren nl. elke wagen 1 blanke, een kar een ½ stuiver en van elk los paard, koe of os 1 oort.
Het rekest is voor advies doorgestuurd naar rentmeester Pieck der domeinen.