53 Arbitraal uijtspraak in zaake van Peeter Janse van der Heijde c.s. en Gijsbert Jan Raaijmakers c.s. ’t naar volgende geregistreet. Gezien bij ons ondergetekende uit kragten der acte van comprimis door Peeter Janse van der Heijden, Willem Peeter van der Heijde, Dirk Janse Versantvoort, Annemie Steevens, weduwe Tomas van de Meeracker, Adriaan van de Laar en Willem Habraken ter eenre en Gijsbert Jan Raaijmakers, Goord Jan Raaijmakers en Aert Joseph Habraken. Alle zoo te Sint Oedenrode als te Liempde woonagtig ter andere zijde voor heeren scheepenen van Sint Oedenrode op den sestiende september 1793 gepasseert de mutuele testamentaire dispositie door Matijs Dirk Versantvoort en Maria Goord Couwenberg egteluijden gewoont hebbende te Sint Oedenrode voor heeren scheepenen aldaar op den sesde februarij 1750 gepasseert, mits gaders het nadere testament door voorschreven Maria Goord Couwenberg na doode van voornoemde haare man voor heeren scheepenen voorschreven op den neegende julij 1793 verleeden verklaaren wij ondergtekende voor onze abritaalen uitspraak dat de voornoemde Maria Goord Couwenberg bij voorschreven testament niet bevoegt is geweest de legaten door haar en haare voor overleedene man bij opgemelde mutueel testament gemaakt en dat over zulcx de voornoemde Peeter Jansen van der Heijden, Willem Peeter van der Heijden, Dirk Jansse Versantvoort, Anne Steevens weduwe Tomas van de Meeracker, Adriaan van Laar en Willem Habraken als broeders en zusters kinderen van de eerste overleedene Mathijs Dirk Versantvoort voort geheel geregtigt zijn tot een obligatie van twee hondert guldens capitaal ten lasten der vrijheid Sint Oedenrode, alsmeede van een obligatie van honderd guldens capitaal ten lasten van Teunis Francen der Kinderen. Mitsgaders van een hooijvelt geleegen te Sint Oedenrode ontrent Henkenshaage.