61 Jacobus Camp gehuwd met Hendrien de Bie en Johannes de Bie, beiden wonende te Heesch, wegens scheiding en deling van de vaste en onroerende goederen hun aangekomen bij afstand van het togtrecht door hun moeder. Lot 1 is ten deel gevallen aan Johannes de Bie: Huis en hof in de Schoonstraat te Heesch, met aan de ene zijde Francis Ploegmaakers, de andere zijde de weg, het ene einde Arnoldus de Louw en het andere einde de weg. Item een Buunder aan de Wijst te Heesch, met aan de ene zijde Jacob van den Berg, de andere zijde en een einde de Gemeente en het andere einde de weg. Item een akker genaamd het Nieuwe Land , met aan de ene zijde Johannes van Oss, de andere zijde de erfgenamen Jan van den Berg, het ene einde Piet van Sogel en het andere einde Francis Ploegmaakers. Item een akker teulland over de Heegt, met aan de ene zijde Teunis Jungers, de andere zijde Huijbert van Meurs, het ene einde Tomas van de Camp en het andere einde de Mistweg. De verkrijger van dit lot moet uitkeren aan de verkrijger van het 2de lot de som van 150 gulden. Hij zal ook de schuld van 100 gulden ten behoeve van Hendrien de Bie en haar kinderen verwekt bij Paulus Buuters moeten overnemen. Verder zal hij zijn moeder Crijne van Hoogstraaten weduwe van Lamert de Bie haar leven lang moeten onderhouden. Marge vermeld: op 8-5-1799 is de schuld van 150 gulden en 100 gulden voldaan. Lot 2 is ten deel gevallen aan Jacobus Camp nomine uxoris. Een capitaal van 150 gulden van de verkrijger van het 1ste lot.