159/160/168/169 Ten logement “De Keizer” te Boxmeer verkopen: Samuel Carel Frans de Quay, gepensioneerd officier te Boxmeer als gevolmachtigde van: Hendrina Walraven gehuwd met Gerardus Nabben, landbouwer te Boxmeer; van Reinier Reijnen, secretaris te Boxmeer als gevolmachtigde van Maria Theunissen, zonder beroep te Venray, thans landbouwster te Meerlo; Peter Potten, bouwman te Nieuwkerk in Pruissen; Hendrik Arts, korenmolenaar te Swolgen; Hendrik Arts, bouwman te Swolgen; Anna Maria Arts gehuwd met Jan Kersten, bouwman te Swolgen; Arnoldus Arts, bouwman te Swolgen; Hendrina Thunnissen, landbouwster te Meerlo; Johanna Thunnissen gehuwd met Jacobus Jacobs, bouwman te Horst; Maria Sophia Hendrikx gehuwd met Petrus Hazelenkamp, bouwman te Blitterswijk; Johanna Maria Potten weduwe van Tillemanus Verdellen, landbouwster te Blitterswijk; Willem Potten, landbouwer te Blitterswijk; Joannes Cornelis Coppens, schoenmaker te Amsterdam; Maria Elisabeth Coppens gehuwd met Gregorius Heukeshoven, kleermaker te Amsterdam; Engelbertus Cornelis Jungblut, schoenmaker te Amsterdam, mede namens zijn minderjarige broer Andreas Josephus Gregorius Jungblut; Antonius Ignatius Kock, Hendrik Rijfsnijder, Jan Hendrik Wins, Frans Pieter Muijsken Floriszoon en Rhijnvis Feith te Amsterdam, allen regenten van het stadbestedingshuis aldaar en voogden over Theodorus Ballendux; Petrus Paulus Charlie baron Arnold Willem van Brienen van de Groote Lindt, Henricus Hekman, Jacobus Petrus Franciscus Kock en Carolus Michael Paulinus ten Sande, allen te Amsterdam als regenten van het r.k. Maagdenhuis op het Spui als erfgenamen van Clementina Elisabeth Maria Ballendux, opgenomen en overleden aldaar op 04-04-1846; voornoemde regenten ook als voogden over de daar eveneens opgenomen Geertruida Cornelia Ballendux; Petrus Gerardus Hendrix, smid te Amsterdam; Hendrina Hendrix, ongehuwde dienstmeid te Amsterdam; Jan Thunnissen, smid te Amsterdam; Jacobus Thunnissen, broodbakker te Amsterdam;