Uw zoekacties: Commanderij der Johannieter Orde te Steinfurt

0193 Commanderij der Johannieter Orde te Steinfurt ( Collectie Overijssel locatie Zwolle )

Uitleg bij archieftoegang

Een archieftoegang geeft uitgebreide informatie over een bepaald archief.

Een archieftoegang bestaat over het algemeen uit de navolgende onderdelen:

• Kenmerken van het archief
• Inleiding op het archief
• Inventaris of plaatsingslijst
• Eventueel bijlagen

De kenmerken van het archief zijn o.m. de omvang, vindplaats, beschikbaarheid, openbaarheid en andere.

De inleiding op het archief bevat interessante informatie over de geschiedenis van het archief, achtergronden van de archiefvormer en kan ook aanwijzingen voor het gebruik bevatten.

De inventaris of plaatsingslijst is een hiërarchisch opgebouwd overzicht van beschreven archiefstukken. De beschrijvingen zijn formeel en globaal. Het lezen en begrijpen van een inventaris behoeft enige oefening en ervaring.

Bij het zoeken in de inventaris wordt de hiërarchie gevolgd. De rubrieken in de inventaris maken deel uit van de beschrijving op een lager niveau. Komt de zoekterm in een hoger niveau voor, dan voldoen onderliggende niveaus ook aan de zoekvraag.

beacon
 
 
Naar boven om te zoeken
0193   Commanderij der Johannieter Orde te Steinfurt
Inventaris
I. Stukken van algemene aard
II. Bezittingen der Commanderij
III. Regesten
1 Boldewijn Ridder heer van Stenvorde verkoopt met goedvinden van vrouw Elijzabeth zijne vrouw, van Ludolf zijn zoon, Lijse en Lutgard zijne dochters, het huis Hagen in het kerspel Houckesberge, met alle toebehooren en Luden aan den Commandeur en broeders van het Hospitaalshuis van S. Jan den Dooper in Stenvorde, en waarborgt de goedkeuring van dezen koop door zijne dochter Elizabeth die nu in Vrankenstene was.
Gedaan in het slot van Boldewijn.
Getuigen: Zijne Kastelleins Herman en Richard gezegd van Legden, Cesarius van Hek, Ridders, Johan van Brederic Officiaal, Reijner van Legden, Echbert van Legden, Ludolf van Wullem, Bernard van Velen.
In het latijn
2 Willem edele man Graaf van Dalen en heer van Buestelle, erkent geen jus advocatie of ander regt te hebben op de goederen van den Commandeur en orde de broeders van het huis van St. Jan van Jeruzalem to Steinfort, in het kerspel Hockesberghe. Met het zegel van Willem. In het Latijn
0193 Commanderij der Johannieter Orde te Steinfurt
Inventaris
III. Regesten
2
Willem edele man Graaf van Dalen en heer van Buestelle, erkent geen jus advocatie of ander regt te hebben op de goederen van den Commandeur en orde de broeders van het huis van St. Jan van Jeruzalem to Steinfort, in het kerspel Hockesberghe. Met het zegel van Willem. In het Latijn
Datering:
1325 feria quarta post octavam Paasche. 12 April
Zie:
0193 [EBDB] 1.
NB:
Zie Inventare Westfalen I, p. 705, nr. 150.
Organisatie: Collectie Overijssel locatie Zwolle
laatste wijziging 25-01-2011
3 Johan Redinc knape verkoopt met goedvinden zijner vrouw Berte, van Heijne en Frederik zijne broeders en van Nese zijne zuster, aan de Godesridderen van Stenvorde zijn vrij eigen goed en huis Wenemarinc voor een vrij eigen, gelegen te Tweelo in het kerspel Enschede, alle luden tot dat goed behoorende ontslaat hij voor 28 mark brab. penningen uit allen eigendom, waarin zij aan hem in zijne erven verbonden waren; de overdragt geschiedt voor Albert van Usle, Rigter te Enschede.
Getuigen: Johan de Smit van Enschede en Werentje ter Linden. Keurnoten; Werner van Graes, Berent Sudena, Johan van Awüc, Wescel van Ottenscoten, Herman van Hulsgore, knapen; Strubbe van Bechem. Lubbert de meijer van Borgenden en Willem de Meijer van Hengelo. Met het zegel van Redinc
4 Dezelfde verkoopt als voren aan dezelfden zijn vrij eigen goed en huis Diderickine in de Groote Boerschap, kerspel Enschede; de horige luden ontslaat hij voor 36 mark
Richter, getuigen en zegel als voren
5 Albert de Langhe, Rigter van Enschede, en Evesse zijn vrouw verkoopen met "gheheug-henisse" hunner kinderen Johannes, Obbeken, Fenne, Eveke, Heijne en Sweniken, aan Al-brecht van Vlenbroek, Commandeur, en de ge-meene broeders van het huis te Stenvorde zijn vrouw, aan Bolten Revekens verkocht hebben 2 stukken bouwland voor een vrij eigen, gelegen op den esch te Enschede en geheeten de Corte acker en de Dorenacker en eertijds behoorende tot het erve Lippinc
6 Albert en Engelbert gebroeders geheeten van Almelo, knapen, verkoopen met consent hunner erfgenamen aan den Commandeur en de gemeene broeders des huizes van Stenvorde van de orde van S. Johan Baptisten hun huis te Gherckes hem in het kerspel Oldenzale, gelijk hun vader dat voor hun bezat, voor een vrij doorslachtig edelgoed.
Getuigen: Arend van Eghene, Johan Blominghe van de ingezegels der beide broeders is het 2 geheel verdwenen, het eerste vrij gaaf
7 Henric van Overhaghen, richter tot Oldensale, oorkondt dat ten overstaan van hem en de keurnoten Arend Poppe en Williken van Losser, Herman, zoon van wijlen Johan ten Gherkessen, afziet van al zijn rechten op het erve en goed Ghercessem en overdraagt aan heer Henrix van den Torne, ten behoeve van het huis van de Johannitere-orde te Stenvorde, onder de voorwaarde, dat hij het erve en goed de eerstkomende tien jaar mag bebouwen tegen de oude pacht.
Oorspronkelijk op perkament. Het zegel van de richter is verloren
8 Herman de Veghener, Metto zijne vrouw, Henriken, Hinrick, Evert, Nese, Fenne, Alebe, Grete en Ghese, hun kinderen, verkoopen aan Bolte Rerijkens vrij eigen een stuk bouwland op den esch te Enschede, gelegen bij den Korten en geheeten het Schaestuck, en dragen het over voor Herman Lufoghe, Rigter te Enschede.
Daar de Vegener geen zegel heeft, hangt Lufoghe het zijne er aan.
Inv. Westfalen I blz. 732 no. 276.
Nijn copesluden: Willem de Becker en Herman Pelser
9 Hinric Boterben en Fenne zijne vrouw verkoopen aan Berend Dilleman en Daije diens vrouw een stuk bouwland van 6 lutteke schepel gezaai voor een vrij eigen uitgezonderd de tienden, gelegen op den esch te Enschede vroeger (wandaghes) behoorende in het goed Lippinc, aan Fenne tot bruidsgoed van zuster scheiding gegeven en geheeten de Smalle akker "van de Schoet op Verveldinc hof kamp"; en draagt dat land over voor Peter Seziken, Rigter te Enschede.
Daar verkooper geen zegel had, hangt Henric van Besten het zijne er aan, evenals de Rigter.
Wincopeslude: Beren Tesplo en Johan Voertman
10 Peter Seziken, Rigter te Enschede, verklaart, dat Talie Lippinc, Gert haar zoon en Alfit. Getuigen: Henric van Besten en Herman Lufoghe. Met het zegel van de richter
11 Herman Luefoghe, Rigter te Enschede, verklaart, dat Ghert Lippinck geheeten de Doet aan Fenne zijne zuster en Hinric Boterken haren man den Lippinckkamp bij den esch te Enschede gegeven heeft, als haar aandeel in het vaderlijk goed Lippinck.
Getuigen: Hinric van Besten en Hermannus Deveren (3).
Met geschonden zegel des Richters
12 Hermen Bechem en Mechtelt diens moeder verkoopen aan Heer Rutgher Otten van Haxberghe 4 mulder winterrogge, welke zij "bij beschape" jaarlijks hadden uit het erve en goed ten Kijnckelder en de smalle tienden daarover en over het Brijachuis, welke goederen liggen in het kerspel Hakesberghe, buurschap Brameier en Holthusen, gechiedende de opdragt voor Gerd ten Nijgenhues Rigter te Hakesberghe.
Met de zegels van Hermen, Mechtelt en den Rigter Gerd ten Nijgenhues geheeten de Grote Gert.
Keurnoten en Richtsluden, Rutgher van Har-vorde, Geert Wijttenberch, Johannes Bungart, Gert Arendinck
13 Hinric van Buuren, Drost en Rigter te Depenhem, verklaart, dat Wilhem to den Assched, Alheid zijn vrouw en Fenne hun dochter hun regten op het goed tot Assched opgedragen hebben aan de Heren van S. Johans orde in het huis van Stenvorde.
Keurnoten: Johan Sticke en Johan Oppenstalle.
Het zegel van den Drost is verdwenen
14 Ghiselbert van Netelhorst, Rigter te Borklo, verklaart, dat Johan Vockingh bastaard van Brunchorst, Maria zijn echte vrouw, Ghiselbert, Lutgard en Lijzabeth hun echte kinderen verklaren van Commandeur en Convent der Huises van Stenvorde van S Johan Baptisten orde in erfpacht te hebben de erven en goederen de Kinkeier, de Assched en het Brinckhus in het kerspel Hakesberge, buurschap Bramler voor 13 mulder winterrogge Deventer maat binnen Deventer te leveren op S. Martens avond; blijven zij in gebreke zoo mag dit op hun erven Vockink en Eldijck gelegen de buurschap Borklo en achter den Hagen te Borklo, in het kerspel Eijbergen en al hun andere bezittingen verhaald worden.
Keurnoten des gerigts: Arnd Sticke en Enghelbert Vijrdach.
Getuigen: Wilhem Blome, Gherd Grijs, Everd de Schroder en Henric de lecher.
Met de zegels van den Rigter, de keurnoten en Vocking
15 Goirt van Reede, ambtenaar van Twente, verklaart, dat Ghert Ouerbecke, Johan en Enghelbert zijn zoons en Fenne JohanŽs vrouw aan Heer Bernd van Schedelik, Balier op Westphalen en Commandeur Heer Johan van Geijsteren Scheffener en het gemeene Convent van het huis van S. Johan Baptisten orde te Stenvorde verkocht hebben hun erve en goed Auerbecke, in het kerspel en gerigte Enschede, buurschap Twickelo.
Keurnoten en gerigtsluden: Hinric Oesten-dorp en Johan van Arne.
Met geschonden zegel des Ambtmans van S. Johans orde, het vrij eigen goed IJbbikincmoelen in het kerspel Enschede met de daartoe behoorende luden Werner en Ghese ehel. met hun kinderen (behalve Henniküne en Enesse, die daar vroeger van verkocht waren), voor 40 mark penningen, ten overstaan van Mauriss Bruenszoene van Almelo, dien de Langhe met goedvinden der heeren en broederen van Stenvoorde in zijne plaats stelde; en in bijzijn van Heijne ter Lijnden, Jacop Wepelinc, Essekin ter Beke, Lubbert ter Wijnchus, Geerd den Smede en Johan Poppe, schepenen der poorten van Enschede, benevens Vrederic van Loen, knape, Werens ter Linden, Rotgher de Greve en Johan Vuest, keurnoten.
Daar de L. geen zegel had verzocht hij de Schepenen van E. te zegelen, die het zegel van E. er aanhangen dat verdwenen is
16 Hinrick van den Cretheir, Regter te Stenvorde, verklaart dat Hinrick en Alike Ouerbeckinck ehel. het erve en goed Ouerbeckinck in het kerspel Enschede; buurschap Twickelte, overgedragen hebben van Johan O. broeder van Alike en Fenne diens vrouw.
Getuigen: Johan Langenhorst, Johan ter Loghe, Hinrick Tegelers, Wessel Smedinck, Bernd Tresser en Johan Hodele, Schepenen en keurnoten des gerigts
Uit geschonden zegel des Rigters
17 Henrick Nijckercke, Rigter (te Hannberges) verklaart, dat Bernardus van Be(r)vorde de jonge als gemagtigde momber van Johanna Eysinck, echts vrije dochter van Johan en Drude Eyzinges ehel. bij welke Johanna Henrick Schuiten ten Hagen, in het kerspel Hackesberge woonachtig, 2 natuurlijke zonen Henrick en Johan geteeld had buiten den echten staat daar Henrick S.T.H, bij de Overdragt van zijn erve aan Hun Hervort van Speklagen, Balier die huisen en Stenforden en Laghe de orde van S. Johan Baptist, niets uit bescheiden had en dus die kinderen eigen volschuldig horig waren en daar
18 Henrick Nickerke, Rigter te Haxberge, verklaart, dat Johanna de Vrouw van Hinrick de Schulte to Hagen in het kerspel Haxberge woonachtig met hen als momber zich in volschuldigen eigendom gegeven heeft an Heer Wilbrant vann Dincklagen Balier te Westphalen en Commandeur te Stenford van de orde van S. Johan, en dat zij als zoodanig ontvangen is door Heer Johan van Lethmate Ritmeester en Commandeur, met bepaling dat 2 harer kinderen vrij zouden zijn.
Keurnoten en bijzitters des gerigtz: Wilhelm vann Loen en Frederick Helmiges.
Met het zegel des Rigters
laatste wijziging 21-06-2023
29 beschreven archiefstukken
2 gedigitaliseerd
totaal 4 bestanden

Kenmerken

Datering:
1285 - 1810
Voorwaarden voor raadpleging en gebruik:
Het archief is openbaar.
Toegang:
Kuile jr., G.J. ter, Commanderij van Steinfurt (1285-1545). Met een regestenlijst door J.I. van Doorninck, 1285 - 1810, z.p. (1950).
Categorie:
Archiefvormer(s):
 
Archiefvormer Landrentmeester van Twente als administrateur van de goederen van de voormalige Commanderij van de Johannieter Orde te Steinfurt
laatste wijziging 21-06-2023
29 beschreven archiefstukken
2 gedigitaliseerd
totaal 4 bestanden