Uw zoekacties: Seijst, 2008; p. 47

titel ( Gemeentearchief Zeist )

Veel archieven hebben ook een bibliotheekcollectie. Dit is zeer divers van aard, denk bijvoorbeeld aan informatieve boeken over de regio, tijdschriften van een vereniging, programmaboekjes van verkiezingen, artikelen uit kranten en tijdschriften.

beacon
 
 
Erfgoedstuk
Tijdschriftpagina
Seijst, 2008; p. 47
Titel:
Seijst
Beheerder:
Zeister Historisch Genootschap
Jaar:
2008
Pagina:
47
Is onderdeel van:
waarvan de oprichting datcert van vóór honderd jaar. Op 31 augustuS 1906 verleende de koni ngin hem het recht om haar Wapen te mogen voeren . Gebrek aan schriftelijk bewijs is mogel ijk de reden dat in latere ad- verrenries steeds wordt vermeld dat het bedrijf in 1822 is opgericht, maar de opmerking in zijn brief uit 1906 was roch aan leiding voor na- der onderzoek. Uit de registers van de dorpslasten van 1730-1779 en de registers op de heffing van gem:lal en :lndere bel:lstingen van 1749-1805 van Zeist blijkt dat de vleeshouwerij van Van Scherpenzeel in 1906 in- derdaad al meer dan honderd jaa r bestond. In 1751 vestigde Aart van Scherpenzeel zich namelijk in Zeist. Daarna was de zaak eigendom va n zijn zoon Ja n van Scherpenzeel, zij n weduwe Antonia van Scherpenzeel- van Oostrum en seden 1801 van 'loon Arnoldus van Scherpenzeel (1 769-1841). Uit het boek 'De Utrechtse gemeen- ten in 1815 in vraag en antwoord' blijkt dat er toen in Zeist één slager was en zo weten we IHl
ook wie de
dorpssjager van Zeist was. Bij de invoering van het kadaster in 1832 was Arnoldus va n Scherpen- zeel eigenaa r van vijf woningen aan de 2< Dorpssuaat, hoek Hanesteeg, van een huis aan de overkant van de 2e Dorpsstraat en van negen weilanden onder Kattenbroek. Na het overlijden van Arnoldus van Scherpenzeel waren achtereenvol- gens eigenaar va n de slagerij aan de Dorpsstraat; zoon Jan van Seher-
TOEZICHT OP HET SLACHTEN Op 4 december 1744 verscheen cr een publicatie van de Staten van Utrecht over een besmettelijke ziek- te en sterfte onder het rundvee op grond waarvan er in ieder geredn twee bekwame lieden rot keur- meester moesten worden benoemd, belast met comrole op het inbren- gen, vervoeren, kopen, verkopen en slachten \lan de beesten. Op JO fe-
penzeel (1803-1864), diens zoon Pieter Hendrik van Scherpenzeel (1842-1890) , weduwe Roherta van Scherpenzeel-Cruijff{1847-1894) en 'loon Cornel is Jan van Scherpenzeel (1874-1935). Nadat hij was overle- den werd de in 1930 opgerichte N.V. voortgezet door 'lijn weduwe G. van Scherpenzeel-Pot hoven (1874-1963) en zoon Cornel is 0900-1939). Het winkelpand van Van Scherpen- zeel werd in 1897 gesloopt. In de Weekbode voor Zeist, Driebergen en omstreken va.n 9 februari 1898 staat dat de 2< Dorpsstraat opnieuw een perceel rijker is geworden dat strekt tot een sieraad van de straat met een woord van lof aan de archi- tect, de heer Joh.Meerdink. In 1906 werden er door Van Scher- penzeel jaarlijks driehonderd stuks vee geslacht. In de jaren dertig van de vorige eeuw was dat aantal ver- dubbeld. Behalve de hoofdvestiging 2< Dorps- stTa:lt 61 waren cr filialen aan de Slotlaan (nr. 52, nu 244) en aan de Oude Arnhemseweg (nr. 79). Het bedrijf is in 1953 opgeheven.
bruari 1745 werden in Zeist als zo- danig benoemd Amhony van Aalst, schepen, Cornel is van Groenewoud en Jan Goossens van Schaik op Den Dolder, ook schepen. Het gi ng hier om verspreidi ng van de veeziehe tegen te gaan en niet zozeer om we- ring van vee en vlees dat een gevaar kon zij n voor de volksgezondheid, maar het waren wel de eerste keur- meesters in ZeiSL Nadat de veeziekte was uitgewoed zullen de keurmeesters zich vermoe- delijk niet meer beziggehouden heb- ben met slachtdieren, want tot het 111 idden van de negentiende eeuw overheerste in beleidmakende krin- gen de men ing, dat de consument zelf de beste keu rmeester was. Maar toen in 1865 de runderpest uitbrak was men cr toch wel van overtuigd, dat bescherm ing van de consument noodzakelijk was. Op 12 september 1865 stelde de gemeen- teraad een verordening vast op het houden en slachten van vee, mitsga- ders het vervoeren, keuren en verko- pen van vee en vlees. Alle runderen, schapen, geiten, varkens, paa rden en ezels wa ren aa n het toezicht van de veearts en van de keurmeester va n vee en vlees onderworpen. Nadat diverse pogingen om een gemeenteveearrs te benoemen wa- ren mislu kt werden J.J . Jansen en J. Snellenberg, beiden rijksambtenaar, als keurmeester aangesteld op een traktement van een gulden en vijf- tig cent per week. Op 24 augustus 1905 deelden bu r- gemeester en wethouders de ge- meenteraad mede, dat zich in deze
Seijst 2008 11-47
Voorbeeld : Klik op de tekst voor meer
Organisatie: Gemeentearchief Zeist