Uw zoekacties: Seijst, 1999; p. 102

titel ( Gemeentearchief Zeist )

Veel archieven hebben ook een bibliotheekcollectie. Dit is zeer divers van aard, denk bijvoorbeeld aan informatieve boeken over de regio, tijdschriften van een vereniging, programmaboekjes van verkiezingen, artikelen uit kranten en tijdschriften.

beacon
 
 
Erfgoedstuk
Tijdschriftpagina
Seijst, 1999; p. 102
Titel:
Seijst
Beheerder:
Zeister Historisch Genootschap
Jaar:
1999
Pagina:
102
Is onderdeel van:
TWEE ZEEPZIEDERIJEN IN ZEIST. R.H.C. VAN MAAN EN 1999-BY
de Achterlaan een goot mocht aanleggen die aangesloten was op de pomp van de ziederij en uitko- mende op de zogenaamde karper- vijver. Tot dan toe was dit water- gebruik jaarlijks goedgekeurd, nu voor zolang de ziederij bleef be- staan. De zeepziederij stond achter het Ooster- of Broederplein aan de Achterlaan achter het huis op hetzelfde plein. Voorwaarde was dat Brouwer het water schoon hield zodat een goede onafgebro- ken afloop op de grote vijver plaatsvond waardoor het water zuiver bleef. Verder mochten ook geen afleidingen of afsluitingen worden gemaakt die de afloop zouden kunnen benadelen. Brou- wer kreeg toestemming om zo dik- wijls als nodig werd geacht de karpervijver gelegen tussen de bui- tenmuur van de ziederij aan de westzijde tot aan de stenen beer in de scheisloot, tussen de buiten- plaats Beek en Royen en het erf- pachtsland van de Evangelische
Broedergemeente uit te baggeren. Vanaf 1 januari 1818 was voor deze rechten een canon of erf- pacht van f 10,50 verschuldigd.
Bed.rijfsresultaten In 1815 werd in een statistiek
voor provincie Utrecht vermeld
dat in het bedrijf zes mensen werk vonden. Dat jaar waren er ook drie kaarsenmakers in Zeist werk- zaam. De jaarproductie van de zeepziederij was circa 2.000 ton, van de kaarssenmakerij 18.000 kilo.
Vier jaar later werd in een statis-
tiek voor de provincie Utrecht vermeld dat in het bedrijf vijf mensen werk vonden tegen een dagloon van f 0,14. Het bedrijf bestond volgens de opgave al en- kele jaren en· produceerde met name voor de binnenlandse markt. Uit "Zeist ten tijde ... " blijkt dat rond 1830 twee zeepzieders (waarvan tevens kaarsenmaker), vijf zeepziedersknechten en vijf
kaarsenmakersknechten in Zeist werkzaam waren.
Op 20 april 1830 verklaarde Brouwer dat in de voorafgaande jaren kampte met een afnemende vraag naar zijn producten en weet dit aan de hand over hand toene- mende concurrentie.
In de
kaarsenmakerij werkte op dat mo- ment zeven en in de zeepziederij zes werklieden. De slechtere resul- taten van de kaarsenmakerij res- pectievelijk zeepziederij werden veroorzaakt door het "schier alge- meen gebruik der lampen" en het misbruik
dat zeepziederijen (veel) van andere Brouwers
merknaam (B & Z) maakten. Deze ondernemers plaatsten niet alleen Brouwers merk op hun fus- ten, maar lieten zelfs speciale brandijzers hiertoe vervaardigen om zo de kopers te misleiden. Op deze wijze, aldus Brouwer, ver- kochten zij zeep uit hun eigen fabrieken "doorgaans van zeer
Voorbeeld : Klik op de tekst voor meer
Organisatie: Gemeentearchief Zeist