Uw zoekacties: Seijst, 1998; p. 34

titel ( Gemeentearchief Zeist )

Veel archieven hebben ook een bibliotheekcollectie. Dit is zeer divers van aard, denk bijvoorbeeld aan informatieve boeken over de regio, tijdschriften van een vereniging, programmaboekjes van verkiezingen, artikelen uit kranten en tijdschriften.

beacon
 
 
Erfgoedstuk
Tijdschriftpagina
Seijst, 1998; p. 34
Titel:
Seijst
Beheerder:
Zeister Historisch Genootschap
Jaar:
1998
Pagina:
34
Is onderdeel van:
DE DOODGRAVERSWONINGEN AAN DE BERGWEG, R.P.M RHOEN 1998·11
De Bergweg werd ter hoogte van de begraafplaats verlegd in oostelijke richting. Om gebruik te mogen maken van de nieuwe weg moest wel tol worden betaald. Het gemeentebestuur had geen bezwaar tegen dit plan, mits onder andere de begrafenisstoeten geen tol hoefden te betalen.24
In de vergadering van de gemeente-
raad op 22 augustus 1884 kwam het college van burgemeester en wethou- ders met een voorstel tot verhoging van de post voor het onderhoud van de doodgraverswoning. De raad ging hier niet mee akkoord en in de vol- gende vergadering op 2 september kwam deze zaak weer aan de orde. Naar aanleiding van de gevoerde dis- cussie werd besloten door de architect een uitvoerige kostenopgave te laten maken en de behandeling te verdagen tot een volgende vergadering. In de vergadering op 7 oktober van dat jaar werden drie plannen besproken, die door de architect waren ontworpen. Het eerste plan behelsde de verhoging
van de middengang (kosten 1381,97 gulden); het tweede plan hield in ver- andering en verhOging van het dak (kosten 1817,82 gulden), en bij het derde plan werd het hele gebouw ver- hoogd (kosten 2039,72 gulden). De gemeenteraad sprak zich uit voor het eerste plan.25 De plannen die besproken werden,
waren ontworpen door gemeente-ar- chitect A. Nijland.26
Deze plannen
zijn helaas verloren gegaan. De klacht van de gemeenteraad was dat de hoofdingang te laag was. Nijland slaagde erin aan deze klacht tegemoet te komen. Hij verhoogde de doorgang en gaf hem tevens het huidige monu- mentaal karakter in neoclassicistische stijl. De deuren moeten bij deze ver- bouwing de huidige halfronde boven- lichten gekregen hebben, waardoor een harmonie ontstond met de rond- boog boven het vernieuwde ingangs- hek.
De werkzaamheden werden opge- dragen aan Zeister bedrijven: J.P. Fries,
J. Harzing, J. Hoogstraten, Martin & Co., H. Meerdink, G.A. Moen, L. Schütz en zoon, de weduwe C. Tim- merman, J. Versteeg en de weduwe H.A. van Wermeskerken. In 1884 be- droegen de totale kosten 1621,93 gul- den en in 1885 790,61 gulden.27 Op de poort zijn verschillende sym-
bolen die met de dood te maken heb- ben, aangebracht. De gevleugelde zandloper als symbool van de verlo- pende tijd, de vlinder als symbool van de onsterfelijke ziel, twee gekruiste fakkels met de vlam naar beneden als symbool van het gedoofde leven maar tevens verwijzend naar de wederop- standing en een slang die zichzelf in de staart bijt als symbool van de vergan- kelijkheid in de oneindige kringloop van het leven. De terracotta zandloper boven de poort werd geleverd door Martin & Co. en kostte 15 gulden. De andere doodssymbolen komen niet voor in de ingediende rekeningen.
In de vergadering van burgemeester en wethouders op 24 juli 1885 stelde
ingang van 1871 benoemd tot gemeentearchitect. Hij bekleedde deze functie tot 31 december 1894. De gemeenteraad besloot op 26 oktober 1894 de functie op te heffen. Roland Blijdenstein noemt op p. 33 in 'Zeist, groei en bouw. Patijnpark, Dorpskem en Wilhelminapark', Zeist 1984, Johan Meerdink als gemeente-architect. Hetgeen onjuist is. Meerdink (1873-1932) werd in 1900 benoemd tnt
in 1 Q(14 hii rfp. fifAI v::!In
Voorbeeld : Klik op de tekst voor meer
Organisatie: Gemeentearchief Zeist