Uw zoekacties: Stad en ambacht Heenvliet

033 Stad en ambacht Heenvliet ( Streekarchief Voorne-Putten )

Uitleg bij archieftoegang

Een archieftoegang geeft uitgebreide informatie over een bepaald archief.

Een archieftoegang bestaat over het algemeen uit de navolgende onderdelen:

• Kenmerken van het archief
• Inleiding op het archief
• Inventaris of plaatsingslijst
• Eventueel bijlagen

De kenmerken van het archief zijn o.m. de omvang, vindplaats, beschikbaarheid, openbaarheid en andere.

De inleiding op het archief bevat interessante informatie over de geschiedenis van het archief, achtergronden van de archiefvormer en kan ook aanwijzingen voor het gebruik bevatten.

De inventaris of plaatsingslijst is een hiërarchisch opgebouwd overzicht van beschreven archiefstukken. De beschrijvingen zijn formeel en globaal. Het lezen en begrijpen van een inventaris behoeft enige oefening en ervaring.

Bij het zoeken in de inventaris wordt de hiërarchie gevolgd. De rubrieken in de inventaris maken deel uit van de beschrijving op een lager niveau. Komt de zoekterm in een hoger niveau voor, dan voldoen onderliggende niveaus ook aan de zoekvraag.

beacon
 
 
Naar boven om te zoeken
033   Stad en ambacht Heenvliet
Inleiding
Aanwijzingen voor de gebruiker
Archiefvorming
Inhoud en structuur van het archief
Bijlagen
Regesten
375. Clercxboek (1539-1551)
Records 1 t/m 100
Records 101 t/m 200
Records 201 t/m 300
Records 301 t/m 400
Records 401 t/m 500
Records 501 t/m 600
Records 601 t/m 700
Records 701 t/m 800
Records 801 t/m 900
Records 901 t/m 1000
Willem Aeriaensz van Gorriccom, Aeriaen Lenertsz uit Dirk¬sland, Jan Eyngelsz als man en voogd van Durfgen Lenerts, mede uit Dirksland, en Aeriaen Jansz Decker als man en voogd van Thoentgen Lenertsz, machtigen Jan Claesz Erkenbout om voor hen als erfgenamen van Jan Hughensz metselaar te procederen in Heenvliet.
Cornelis Eeuwoutsz uit Brielle, pp. voor Lijsbet Matijs, weduwe van Jan Hughensz metselaar, zal de eis van Cornelis Piersz, pp. voor Jan Claesz Erkenbout, pp. voor Willem Aeri¬aensz met zijn consorten van Gorriccom, Aeriaen Lenertsz uit Dirk¬sland, Jan Eyngelsz als man en voogd van Durfgen Lenerts, mede uit Dirk¬sland, en Aeriaen Jansz Decker als man en voogd van Thoentgen Lenerts, erfgenamen van Jan Hughensz metselaar, op schrift hebben. Deze erfgenamen eisen 'copie autentyck' van het testament en inventaris van alle nagelaten goederen van Jan Hughensz. Cornelis Eeuwoutsz moet binnen 14 dagen op deze eis antwoor¬den.
Jan Meesz bekent aan Pier Cornelisz 't Greel een schuld van 6 pond gr. vl., die hij belooft voor Palmzondag te betalen.
Cornelis Gerritsz Eygen Slijck verklaart verkocht te hebben aan Jan Hughensz metselaar de beternis van het huis en erf, waar hij in woont, staande 'beneden slop achter aen den Moeri¬aen', belend: n. Aeriaen Jacobsz de oude bode met zijn huis en erf, en dit boven de dagen van het huis, die hij nog schuldig was.
Jan Claesz Erkenbout en Aeriaen Eeuwoutsz regelen de zaken betreffende hun beider aan elkaar grenzende erven.
Heerman Gerritsz bekent aan Janneken Aeriaens te Oostvoorne twee jaar pacht van 3 gemet land schuldig te zijn, elk jaar van elk gemet 8 st.
Jan Claesz, pp. voor de erfgenamen van Jan Hughensz, contra Cornelis Eeuwoutsz, pp. voor Lijsbet Matijsdr, wed. van Jan Huygensz. Cornelis Eeuwoutsz verklaart, dat hij niet hoeft te antwoorden op de eis van Jan Claesz, 'ten sij dat vors. Jan Claesz causie te stellen voor de rechtelijcke oncosten', omdat de andere partij buiten Heenvliet woont. Jan Claesz moet van schepenen borg stellen.
Cornelis Gillisz verklaart door Vranck Jacobsz wagenmaker een pond gr. vl. ontvangen te hebben van hetgeen hij met Lenert Huygensz en Frans Cornelisz nog van hem kreeg wegens koop van een huis en erf op de Vissersdijk, dat Vranck Jacobsz nu verkocht heeft aan Bruyn Bruynensz korfmaker.
De baljuw heeft ene Pieter Claesz schoenmaker uit Sommelsdijk geleide gegeven in de heerlijkheid Heenvliet. Pieter Claesz wordt vervolgd wegens het neerslaan van ene IJsbrant Reyersz van Crommelye.
Pier Cornelisz alias Pier Commer machtigt Lenert Dircxsz, Jan Claesz Erkenbout en Jonge Jacob Jansz van Geervliet om voor hem te procederen tegen Claes Jacobsz Ruter van Geervliet met betrekking tot de erfenis van Commertgen Dirxdr zijn huis¬vrouw, die Commertgen is aanbestorven door het overlijden van haar moeye Digna Jans za., in haar leven huisvr. van de voors. Claes Jacobsz, omdat hij zich door Claes Jacobsz met te weinig heeft laten uitkopen en om te zien, of hij van deze uitkoop 'gereleveert mach worden'.
Lenert Cornelisz en Aem Joestsz te Delft moeten Pieter Pie¬tersz den Nicker betalen volgens verlijt, waarvan Jan Jansz in de Bruynvis te Delft als gemachtigde van Lenert Cornelisz getuigt, dat het het handschrift van Lenert Cornelisz is. Pieter Pietersz den Nicker heeft de heer van Heenvliet de huur van de molen betaald.
Pijn Dircxsz en Gillis Hughesz stellen zich borg voor Aeriaen Jansz Noes van Delft om Pieter Pietersz den Nicker binnen 14 dagen te betalen, hetgeen hij de heer van Heenvliet heeft betaald. Jan Jansz in de Bruynvis te Delft, pp. voor Aeriaen Noes, stelt zich borg voor Pijn Dircxsz en Gillis Hughesz.
Joerden Wittensz belooft Cornelis Gillisz voor de Vlaardingse paardenmarkt te betalen de dag van het huis, vervallen Bamis j.l.
Ariaen Hughensz belooft Joerden Wittensz voor de Vlaardingse paardenmarkt te betalen de dag van het huis, vervallen Bamis j.l.
Jan Meesz draagt over aan de baljuw Joest van Ratyngen zekere 8 schellingen, die hij nog moet krijgen van Lenert Cornelis de Vrijer.
Jan Meesz draagt over aan Jan Claesz alle penningen, die hij nog moet krijgen van Lenert Cornelisz de Vrijer boven de 8 schellingen, die hij Joest van Ratyngen beloofd heeft.
Bruyn Bruynsz verklaart, dat hij nog geen 10 st. gr. vl. betaald heeft op de brief, die Pijn Dircxsz gekocht heeft van Vranck de wagenmaker, van het huis op de Vissersdijk, hoewel dit wel aangetekend staat. Vranck had dit aangetekend voor hij de brief aan Pijn Dircxsz verkocht.
Aeriaen Willemsz Blancgen verklaart gekocht te hebben van Lenert Aeriaensz in Nieuwenhoorn een melkkoetje voor 20 sch. gr. vl. Lenert Aeriaensz verklaart 10 sch. ontvangen te hebben en Aeriaen Willemsz heeft beloofd de andere 10 sch. op Sint Jacobsdag a.s. te betalen.
Cornelis Woutersz alias Dronckge van Abbenbroek bekent aan de baljuw Joest van Ratyngen een schuld van 3½ car. g. wegens koop van planten te betalen Zuidlandse markt a.s.
Frans Baerrentsz verklaart door zijn vader voldaan en betaald te zijn van de koop van de rentebrief, die hij sprekende had op het huis en erf van Wouter de smid, en ook van de penningen van de huisbrief van Joest Reynbrantsz.
Cornelis Aeriaensz glasmaker bekent aan Pijn Dircxsz glasmaker een schuld van 6 pond 10 sch. gr. vl. boven de 30 pond gr. vl. van de koopbrief van het huis en erf en het gereedschap van de winkel, dat hij overgenomen heeft. Hij belooft in termijnen te betalen. Borg is geworden Aert Heyndricxsz de wever.
Pieter Cornelisz Cuper, eiser, contra Sander Cornelisz, ver¬weerder. Eiser eist 34 st., die hij te weinig gehad heeft voor een goeden penning en 12 st. van geleend geld.
Heer Adriaen Gijsbrechtsz moet de pachtceel tonen van de pacht, die hij van Job Cornelisz eist, of de eis onder ede bevestigen, als hij geen pachtceel heeft.
Wat hij toont, vinden schepenen 'niet cloeck genoech om recht te spreecken'.
'Gewesen bij vonnisse van schepenen als dat Dignum Cornelis de bakkersdochter sal hebben aen haer broeders lant op twelck het guet versekert es achtervolgende het weessenboeck.'
Gerrit Pietersz timmerman verklaart, omdat Aeriaen Willemsz hem een waarheid wil bedingen, dat de timmerage van het oude huis, dat hij afgebroken heeft en dat stond aan de oostzijde van Aeriaen Willemsz' huis, waar Gerrit Pietersz nu het nieuwe huis getimmerd heeft, dat dat oude huis van voor tot achter één gelijke hoge kap had.
Aeriaen Willemsz bedingt een waarheid op Cornelis Eeuwoutsz als voogd van Lijsbet Jan Hughensz weduwe en zegt, dat het dag- en zonlicht gehinderd wordt zijn huis in te komen door het nieuwe huis, dat Gerrit Pieterz getimmerd heeft aan de oostzijde van zijn huis.
30-6-1548, Thijs Pietersz, pp. voor Lijsbet Jan Hughensz, gaat met hem aan de waarheid.
033 Stad en ambacht Heenvliet
Inleiding
Bijlagen
Regesten
375. Clercxboek (1539-1551)
Aeriaen Willemsz bedingt een waarheid op Cornelis Eeuwoutsz als voogd van Lijsbet Jan Hughensz weduwe en zegt, dat het dag- en zonlicht gehinderd wordt zijn huis in te komen door het nieuwe huis, dat Gerrit Pieterz getimmerd heeft aan de oostzijde van zijn huis.
30-6-1548, Thijs Pietersz, pp. voor Lijsbet Jan Hughensz, gaat met hem aan de waarheid.
Datering:
16-06-1548
Organisatie: Streekarchief Voorne-Putten
laatste wijziging 16-02-2022
Het land, dat Mees Jansz te bode gesteld heeft, is geboden en volboden.
Dirc Corstensz bekent 'als dat aengaende van alle alsulcken rentebrief als Aeriaen Joertsz op hem genomen heeft ende versekert op ses ghemeten lants toebehoorrende Aeriaen Joertsz vors. leggende int Volgerlant van Bornisse ende dat uyt handen van Lenert Andriesz te weten ses car. g. tsiaers te lossen den penninck veerthienne, als dat die zelfde rente met dat hoeft¬gelt sijn tot behoeff van hem ende hij dye pennyngen ontfangen heeft ende beloeffde Aeriaen Joertsz ende sijn naecoemlyngen daer off te bevrien ten eeuwigen daghe costeloes ende scadel¬oes mits daer onder stellende alle sijne goeden roerende ende onroerenden gheen vuytghesondert'.
Lenert Dircksz, Wollebrant Jacobsz, Joerden Wittesz, Cornelis Gillisz, Pieter Mathijsz, Arent Dircksz, Claes Eewoutsz en Cornelis Pietersz stellen zich borg voor Cornelis Heermansz voor 21 lb. gr. vl. volgens een rentebrief, die Ariaen Jansz sprekende heeft op Heerman Geeritsz. Cornelis Heermansz stelt in handen van zijn borgen al zijn goederen en hij belooft de stee, die hij van zijn vader geërfd heeft, niet te verkopen.
Lenert Dircksz, Wollebrant Jacobsz, Joerden Wittesz, Cornelis Gillisz, Pieter Mathijsz, Arent Dircksz, Claes Eewoutsz en Cornelis Pietersz stellen zich borg voor Cornelis Heermansz voor 21 lb. gr. vl. volgens een rentebrief, die Ariaen Jansz sprekende heeft op Heerman Geeritsz. Cornelis Heermansz stelt in handen van zijn borgen al zijn goederen en hij belooft de stee, die hij van zijn vader geërfd heeft, niet te verkopen.
Zyer Aeriaensz bekent aan Jacob Cornelisz Raet een schuld van 5 pond 10 st. wegens koop van een huis en erf, staande aan de noordzijde van het dorp van Heenvliet naast Jan Heynesz te Luttel. Het is hetzelfde huis, wat Jacob Cornelisz gekocht heeft van Ceel Gerritsz. Hij belooft in termijnen te betalen. Borgen zijn geworden Jan Harrentsz, Aert de wagenmaker en Cornelis Piersz Hazersouda.
Aeriaen Willemsz machtigt Jan Claesz Erkenbout om voor hem te procederen tegen Gerrit de timmerman en ieder ander over het timmerwerk van het huis, dat Gerrit de timmerman heeft getim¬merd aan de oostzijde van zijn huis.
Schepenen hebben bij vonnis Aeghte Cors Dircxsz weduwe het huisje 'aengheschiert', dat Aeriaen Willemsz Blancgen van Cors Dircxsz gekocht heeft en dat volgens de inhoud van brief.
Tegelijkertijd heeft de baljuw Aechte Cors Dircxsz het huis toegeslagen en Aeriaen Willemsz Blancgen moet het huis ontrui¬men.
Aeriaen den Vries, pp. voor Cornelis Cornelisz, belooft 25 car. g. te betalen, die Nyngetgen Cornelis de bakkersdochter volgens het weesboek toekomen van haar moederlijke erfenis op de percelen land, die haar broer Cornelis Cornelisz geërfd heeft van zijn vader Cornelis de bakker. Borg hiervoor is geworden Jan Claesz Erkenbout.
Ysbrant Jansz van Hillergersberg verklaart ontvangen te hebben van Cornelis Dircxsz 3 pond gr. vl. van twee jaar verlopen renten, die hij met zijn broer Aeriaen Jansz op hem sprekende heeft. Hij heeft hiervan zijn broer de helft betaald n.l. 9 car. g. en belooft Cornelis Dircxsz van verdere aanspraken te vrijwaren. Borg hiervoor is geworden Gijs Gijsz uit Poortu¬gaal.
Gijs Gijsz bekent als voogd van Cornelis Jansz en Lijsbeth Jans ontvangen te hebben van Cornelis Dircxsz 3 pond gr. vl. verlopen renten, die de wezen op hem sprekende hebben.
Jan Claesz Erkenbout contra Heer Jacob Dircxsz uit Brielle, pp. voor de Broodzusters in Brielle. Jan Claesz verklaart, dat Heer Jacob tegen hem gezegd heeft: 'Ic houde dat lant aen mijn den tijt dat u die huerre overgegeven es van Jan Meesz stee.'
Jan Claesz vermeet dat over hem goed te doen met een waarheid.
Heer Jacob bevestigt de verklaring, Jan Claesz protesteert en eist betaling van het schot, dat hij heeft voorgeschoten.
Aeriaen Gleysz uit Klein-Oosterland heeft zich borg gesteld voor de pacht van 10 lijnen land, die de Broodzusters in Brielle toebehoren, te weten 9 pond holl. van de pacht en 6 st. rechtelijke kosten, 'dies soe hout Aeriaen Gleysz wederom zijn actie op de creditoren van Jan Meesz, die hem die tarwe vercoft hebben'.
Lenert Hughensz stelt zich borg voor de pacht van dit jaar van 11 lijnen land, die Jan Meesz in pacht heeft van Aeriaen Hamer volgens de huurcedulle, 'daer die tarwe nu voor opt velt leyt'.
Cornelis Eeuwoutsz, Pieter Jacobsz, Jan Aeriaensz tinnegieter, won. in Brielle, en Jacob Baerentsz, Ole Olesz en Cornelis Gillisz, allen crediteuren van Jan Meesz, hebben overgegeven de penningen, die zullen komen van de verkochte goederen van Jan Meesz en ook de penningen, die Jan Claesz schuldig zal blijven van de koop van de stee.
Cent Wittensz bekent, 'als dat alsulcke renten van ses gouden car. g. tsiaers als Aechte [Witte], Cors Dircxsz weduwe, sijn moeder onder genomen heeft van Lenert Andriesz, versekert sijnde opte helftscheydynghe van negen meten lants leggende in Heenvliet in Rijswaert te ghemeen met haer kinderen, als dat die selfde renten tot sijnen laste sijn en hij selver dye pennyngen ontfangen heeft ende anders niemant'. Hij belooft zijn moeder daarvan kosteloos en schadeloos te houden.
Baljuw en leenmannen hebben de wonden geschouwd van Jan Jansz alias Jan Die Wel Wat Weet, die dood gevonden is op de werf van Bellaert. Zij verklaren, dat Jan Jansz door mensenhanden ter dood gebracht is.
Baljuw en gerecht hebben twee winterossen verkocht te betalen binnen een maand. Cornelis Jacobsz Cuper heeft ze gekocht voor 4 rijnsguldens en 15 st.
Getuigenverklaring voor Evert Heynricksz, schout van Voorburg, en Jacob Jansz en Claes Barentsz, buurleiden aldaar, door Pieter Jacobsz, oud 46 jaar, op verzoek van Aeriaen Enge¬brechtsz van Wateringen, over een ruzie tussen Cornelis Oli¬viersz en de smid, waarbij de laatste doodgestoken is.
De baljuw heeft Cornelis Oliviersz geleide gegeven in de heerlijkheid Heenvliet 5-9-1548.
Ole Olesz van Zwartewaal machtigt Cornelis Piersz om voor hem te procederen in Heenvliet.
Jan Claesz heeft een waarheid bedongen op Ole Olesz. Hij verklaart, dat Ole Olesz geen eigenaar was van de brief op het huis van Cornelis Claesz Bellaert, maar dat hij het geld voor zijn zuster en zwager 'verleyt' heeft.
Ole Olesz gaat in beroep. In de marge: gestopt.
Aeriaen de Vries contra Maerten Abelsz of Jannitge Frans.
Schepenen wijzen met vonnis, dat Jan Claesz 'geen pennyngen sijn hant sal laten ruymen vanden daghe vanden huse van Frans Cornelisz ten sij dat het weeskint van Cornelis de backer als eerste te vreden gestelt es'.
Heden zouden de goederen van Heerman Geeritsz verkocht worden t.b.v. zijn schuldeisers. Cornelis Heermansz heeft beloofd voor zijn vader voor mei a.s. te lossen de brief, waar hij Ariaen Dan¬ckertsz' land mee belast heeft.
Lenert die Vrier bekent aan Mr. Eyngel Willemsz pastoor een schuld van 10 st. gr. vl. wegens geleende penningen.
Pieter Aeriaensz van Delft machtigt Jan Claesz Erkenbout om voor hem te procederen.
Pijn Dircxsz glasmaker belooft de huisbrief, die Pieter Ma¬thijsz hem verleden heeft van de koop van zijn huis en erf, niet te verkopen en in Heenvliet te laten blijven met nog een andere brief tot de tijd, dat Pijn Dircxsz' weeskind 'twelck op dit huys versekert es sijn pennyngen andersins an ander gued binnen Heenvliet wel versekert es'.
Gerrit Gijsbrechtsz metselaar van Delft bekent aan Jan Claesz Erkenbout een schuld van 14 st. gr. vl. wegens koop van twee 'voette vleysch', te betalen voor Pasen a.s. Pijn Dircxsz heeft gezegd, dat Jan Claesz de penningen van hem mag eisen. Gerrit Gijsbrechtsz heeft in handen van Pijn Dircxsz gesteld al het goed, dat hij in Heenvliet heeft.
Gillis van Ratyngen bekent aan Willem Bouwensz een schuld van 5 pond gr. vl. van verschenen dagen van de huisbrief, die Willem Bouwensz op zijn huis heeft. Hij belooft binnen acht dagen te betalen.
• 27-10-1548
Job Jansz bekent aan de baljuw Joest van Ratyngen een schuld van 20 car. g. wegens geleend geld. Hij belooft mei a.s. te betalen.
Jan Pietersz koster heeft aangenomen om twee celen te innen op dezelfde tijd, als Jan Claesz aangenomen had, te weten de ceel van Jan Meesz en die van Ariaen Thoenisz. Hiervoor zijn borg geworden Cornelis Cornelisz 't Maech en Wouter Meynertsz.
Pier Cornelisz Cuyper bekent aan Commer Eewoutsz een schuld van 1 lb. gr. vl. 8 sch.
Joost Cornelisz de landmeter belooft Cornelis Gillisz binnen 8 dagen te geven 2 lb. gr. vl. en Joost Cornelisz en Joerden Wittesz beloven aan Cornelis Gillisz voor Kerstmis a.s. 2 pond gr. vl. te betalen.
Machtelt Jacob Aemsdr machtigt Pieter Mathijsz om voor haar te procederen.
Jan Jacobsz uit Brielle machtigt Cornelis Piersz om voor hem te procederen in Heenvliet.
Pier Piersz heeft afstand gedaan van 9 st. gr. vl., die hem toekomen van Pier Cornelisz Commer en heeft ze gegeven aan Martge, de weduwe van Ariaen Thoenisz 'om altemits van hem tontfangen om dat sijt soude verteren mit haer kindertges om haer nootruft daer of te nemen'.
Als Oele Oelesz enig goed weet, dat Cornelis Claesz Bellert toebehoort, dan zullen schepenen hem dat aanschatten volgens de keur.
Heerman Gerritsz belooft Bartolomees Pietersz, schout van Oostvoorne, uit naam van Heer Joest van Bronchorst, de pacht van 6 gemet weiland in Heenvliet over 1547 en 1548 te betalen. Over de onenigeheid over 1 koppel kapoenen en 2 st. op elk gemet per jaar wil hij, als hij vrijdag a.s. met de Brielse markt proberen met Heer Joest te accorderen.
Pieter Aertsz zeilmaker machtigt Cornelis Piersz om voor hem te procederen in Heenvliet.
Ariaen Cornelisz van Vlaardingen machtigt Cornelis Piersz om voor hem te procederen in Heenvliet.
Lauwe Jacobsz uit Oudorp bij Goeree als vader en voogd van zijn vijf kinderen, die erfgenaam zijn van Ariaentge Dircx, die huisvr. was van Bastiaen de veerman, machtigt Pieter Willemsz uit Nieuwenhoorn en Wollebrant Jansz uit Oudenhoorn om voor deze kinderen te procederen en het erfdeel van de kinderen te ontvangen.
Pieter Mathijsz, pp. voor Sander Cornelisz, bedingt op Aert Dircksz een waarheid. Hij zegt, dat hij die 15 gulden volgens het 'hantteyken van Aert Dircksz ondergenoemen heeft ende dat hij daer of renten geven soude ende versekert heeft op sijn goedt roerende ende onroerende'.
Cornelis Piersz, pp. voor Aert Dircksz, antwoordt, dat hij 'gans ende geheel bij thantteyken blijft. Wat Sander Cornelisz hem daer en boven eysschende daer mede gaet hij met hem an dye waerheyt'.
Cornelis Jacobsz belooft 2 gemet land in het Moertje in Heen¬vliet, die Jacob Cornelisz Cuyper toebehoren en die hij uit zijn naam belast heeft met 3½ car. g. per jaar, te bevrijden. Cornelis Jacobsz heeft beloofd het erf van zijn voorn. vader te bevrijden van de brief, die Pijn Dircksz daarop sprekende heeft, inhoudende de voors. rente. Hij heeft daartoe in handen gesteld van zijn vader Jacob Cornelisz Cuyper al zijn goede-ren.
Jan Lucasz schoenmaker heeft afgezien van de twee dagen van het huis, waar Aert de wagenmaker in woont, n.l. mei a.s. 3 lb. gr. vl. en mei 1550 3 lb. gr. vl., en dit geld getranspor¬teerd aan Pijn Dircksz.
Cornelis Jacobsz belooft 2 gemet land in het Moertje in Heen¬vliet, die Jacob Cornelisz Cuyper toebehoren en die hij uit zijn naam belast heeft met 3½ car. g. per jaar, te bevrijden. Cornelis Jacobsz heeft beloofd het erf van zijn voorn. vader te bevrijden van de brief, die Pijn Dircksz daarop sprekende heeft, inhoudende de voors. rente. Hij heeft daartoe in handen gesteld van zijn vader Jacob Cornelisz Cuyper al zijn goede-ren.
Gillis Hugesz bekent aan Wollebrant Jacobsz een schuld van 13 rijnsguldens min 4 sch. Hij belooft binnen 12 dagen te beta¬len.
Cornelis Bouwensz, die Jannitge Frans getrouwd heeft, heeft overgedragen aan Maerten Abelsz de penningen, die haar mogen toekomen uit het sterfhuis van Frans Cornelisz.
Lenert Woutersz bekent aan Adam Ariaensz uit het Nieuwland een schuld van 8 rijnsguldens min 4 g., die hij belooft binnen drie weken te betalen.
Hij bekent eveneens aan Pieter Jacobsz Vlaminck een schuld van 1 lb. gr. vl., die hij belooft met Pasen te betalen.
Pier Cornelisz Cuyper bekent van wege Commer Eewoutsz schuldig te zijn aan Pieter Mathijsz 1 lb. 8 sch. met de rechtelijke kosten. Hij belooft binnen 12 dagen te betalen.
Emme Jan Claesz weduwe belooft Pier Jacobsz en Claes Jansz, koster van Abbenbroek, te betalen 12 lb. min 5 g. Dortse markt a.s. 1549, die zij schuldig is in het erfhuis van Jan Jacobsz Schyve. Borg zijn geworden Mr. Cornelis Symonsz en Wouter Meynertsz.
Emme Jan Claesz weduwe met haar gecoren voogd Cornelis Piersz belooft Pier Jacobsz uit Brielle 'te bedingen opten cooper vanden stede van Jan Meesz dye selfde voerwaerde, dye Jan Claesz inde voerwaerde vande ste beloeft hadde, te weten vier sufficiante borgen ende Pieter Jacobsz sijnen brief te ver¬nieuwen ende op den coopers cost'.
Maertyn Jansz uit de Korendijk heeft van Mr. Eyngel Willemsz pastoor priester, pp. voor Jan van Duvevoerde, weer gepacht voor 8 sch. per gemet 4 gemet vroonland, die Jan van Duvevoer¬de in de Korendijk heeft liggen en waarop staat zijn grootva¬ders en grootmoeders memo¬rie, die jaarlijks binnen de paro¬chiekerk van Heenvliet gedaan wordt.
Ariaen Hugesz uit het Nieuwland heeft het land beklaagd, dat Claes Hugesz te bode gesteld heeft.
Cornelis Meesz heeft beloofd 3 gemet weiland, toebehorende zijn moeder Lijsbeth Mees, te bevrijden, 'daer hij op onder genoemen heeft van Cornelis Cornelisz Bastertge 3 lb. 8 st. gr. vl. Hij verzekert deze schuld op al zijn bezittingen.
Schepenen verklaren, dat Jacob Cornelisz Cuyper Vastenavond j.l. beslag heeft laten leggen op de goederen van Cornelis Claesz Bellert.
Willem Cornelisz en Jan Cornelisz machtigen Cornelis Piersz om voor hen te procederen over een brief, die zij sprekende hebben op Jan Meesz.
Ariaen Willemsz Blanckge bekent aan Oel Oelesz een schuld van 9 car. g. 8½ sch. wegens verschenen dagen van het huis.
Schepenen hebben Pieter Cornelisz Cuyper aangeschat het huis, staande aan de Kanyndick, waar Jan Dye Wel Wat Weet in woonde, en dat voor 4 rijnsguldens per jaar rente.
Schepenen hebben gewezen met vonnis, dat, omdat de moeder van Claes Hugesz langer geleefd heeft dan Lijsbeth Pier Zelisz [in de volgende vrijwel identieke akte: Lijsbeth Bezelis huis¬vrouw], hij 'vrij ende quyte wesen zal vanden eys, dye Ariaen Hugesz op hem was doende'.
-
Lijsbeth Jan Hugesz weduwe contra het land van Heenvliet. Schepenen houden het vonnis aan tot de tijd, dat de rekening van het land gedaan zal zijn. Schepenen zullen dan kunnen zien, of 'het lant sculdich bevonden zal worden haer te con¬tenteren van haeren eysch van een stuck wesels hout'.
Gillis van Ratyngen contra zijn broers Jan en Willem [van Ratyngen?]. Schepenen houden het vonnis 14 dagen aan. In die tijd zal Gillis van Ratyngen naar zijn oom in Dordrecht gaan met een of twee goede mannen om te zien of zij in vriendschap overeenstemming kunnen bereiken. Zo niet, dan zullen schepenen alsnog recht spreken.
Pieter Jacobsz is lange tijd buitenslands geweest. In die tijd zijn zijn vader en moeder overleden. Mr. Eyngel [Willemsz] moet rekening en bewijs doen van de goederen van Pieter, waarvan hij al die tijd de administratie heeft gehad.
Ariaen Willemsz is borg geworden voor Maerten Aelbrechtsz voor de 6 lb., die Emme onder recht gelegd heeft voor de dag van het huis t.b.v. de klagers. Maerten Aelbrechtsz heeft de penningen gelicht.
Huych Hugesz heeft afstand gedaan van het huis, dat hij Pijn Dircksz verkocht heeft, staande beneden bij de oude school, waar Lysbeth Jantebroers in woonde naast Joris Pietersz. Huych Hugesz verklaart voldaan en betaald te zijn, omdat Pijn Dircksz dit huis voor contant geld aan Lenert Andriesz ver¬kocht heeft. Borg voor eventuele gebreken zijn geworden Pieter Mathijsz en Jacob Cornelisz Cuyper.
Aert Dircksz heeft Joest Reynbrantsz 'verwonnen met sijn eedt' van 9 rijnsguldens en de rechtelijke kosten. Hij heeft beslag laten leggen op de goederen van Joest Reynbrantsz.
Ariaentgen Huge bekent aan Oel Oelesz van Zwartewaal een schuld van 8 rijns¬guldens wegens koop van kolen, die zij belooft in twee termij¬nen te betalen.
Cornelis Piersz, voogd van Emme Jan Claesz weduwe, belooft haar vier borgen kosteloos en schadeloos te houden van de landstee van Jan Meesz, die Jan Claesz gekocht heeft. Hij zal een brief bedingen van de koper van de stee en die de borgen ter hand stellen.
Heerman Gerritsz heeft overgedragen aan Lenert Symonsz de penningen, die hem nog toekomen van Pier Commersz en van Joerden Wittesz.
Gillis van Ratingen en zijn broers Jan en Willem hebben in presentie van baljuw en schepenen in de kerk van Heenvliet uit de meentekiste gehaald een koffer met brieven 'soe groot ende soe veel alser inde kiste geleyt waeren'.
Ariaen Hugesz Pier Cuypers zwager heeft overgedragen aan Lysbeth Jan Hugesz weduwe een hantteyken van 3 lb., sprekende op Joerden Wittesz.
Jan Cornelisz van Ratingen en Willem Cornelisz van Ratingen hebben overgedragen aan Gillis van Ratingen een rentebrief, die zij sprekende hebben op Jan Meesz. Zij zullen nog tot mei de rente ervan ontvangen.
Ouwe Pier Bouwensz en Cornelis Bettesz machtigen Cornelis Piersz om voor hen in Heenvliet te procederen.
Mr. Eyngel [Willemsz] contra Pieter Jacobsz. Schepenen houden het vonnis 14 dagen aan. Partijen moeten nog eens met goede mannen in Brielle samenkomen en proberen overeenstemming te bereiken. Lukt dit niet, dat zullen schepenen wijzen, wat zij menen dat recht is.
Cornelis Cornelisz smid bekent aan Ariaen Hughesz een schuld van 22 sch. huishuur, die hij belooft met Pasen a.s. te beta¬len.
Lenert Woutersz bekent aan Hubrecht Aertsz uit Brielle een schuld van 9 rijnsguldens landpacht, die hij belooft binnen een maand te betalen.
De baljuw Joest van Ratyngen heeft een regeling getroffen met de schuldeisers van Jan Meesz over de 20 zakken tarwe, die hij nog moet ontvangen. De baljuw krijgt uit de ceel van Jan Meesz 10 philipsguldens en mei a.s. nog eens 10 philipsguldens van de eerst verschenen dag van de stee van Jan Meesz.
Heerman Geeritsz bekent aan Cornelis Gillisz een schuld van 16 rijnsguldens wegens verschenen dagen. Hij heeft hiervoor in handen van Cornelis Gillisz gesteld een rode 'roggelde' koe en een zwarte vaars met een wit hoofd en verder zijn hele inboe¬del om hem mee te betalen als hij, Heerman Geeritsz, van Rome komt of daar blijft.
Records 1101 t/m 1200
Records 1201 t/m 1300
Records 1301 t/m 1397
376. Clercxboek (1562-1563)
377. Clercxboek (1563-1575)
378. Clerckboek (1575-1583)
379. Leenmannenvonnisboek, (1583-1595)
380. Leenmannenvonnisboek, (1595-1635)
381. Leenmannenvonnisboek, (1638-1683)
382. Leenmannenvonnisboek, (1683-1762)
383. Leenmannenvonnisboek, (1767-1810)
438. Schepenvonnisboek (1583-1590)
439. Schepenvonnisboek (1590-1595)
440. Schepenvonnisboek (1595-1611)
441. Schepenvonnisboek (1616-1636)
442. Schepenvonnisboek (1637-1685)
443. Schepenvonnisboek (1686-1802)
503. Transportakten, (1693-1705)
504. Transportakten, (1705-1718)
505. Transportakten, (1718-1741)
506. Transportakten, (1741-1756)
507. Transportakten, (1757-1772)
508. Transportakten, (1772-1786)
509. Transportakten, (1787-1800)
510. Transportakten, (1800-1805)
511. Transportakten, (1806-1808)
665. Schuldbekentenissen (1662-1692)
1461. Heilige Geest, (1539, 1542)
1462. Heilige Geest, (1578, 1582)
1463. Heilige Geest, (1599)
1464. Heilige Geest, (1606)
1465. Heilige Geest, (1614)
1466. Heilige Geest, (1626-1628)
1467. Heilige Geest, (1629-1632)
1468. Heilige Geest, (1639-1641)
1469. Heilige Geest, (1642-1646)
1470. Heilige Geest, (1649-1658)
1471. Heilige Geest, (1659-1661)
1472. Heilige Geest, (1662-1663)
1473. Heilige Geest, (1664-1670)
1474. Heilige Geest, (1671-1680)
1475. Heilige Geest, (1681-1695)
1476. Heilige Geest, (1696-1704)
1477. Heilige Geest, (1705-1714)
1478. Heilige Geest, (1716-1732)
1479. Heilige Geest, (1733-1765)
1480. Heilige Geest, (1766-1797)
1481. Heilige Geest, (1798-1803)
1482. Heilige Geest, (1804-1810)
Regesten
Transcripties
Overige transcripties
Regesten uit Register 1
laatste wijziging 10-06-2024
10.607 beschreven archiefstukken
30 gedigitaliseerd
totaal 809 bestanden

Kenmerken

Datering:
1411 - 1811
Beschrijving:
Archief van de stad en het ambacht Heenvliet
Omvang:
23,70 meter, 1583 inventarisnummers
Inventarisatie:
L.W. Hordijk, 2005
Taal:
Nederlands
Taal archiefmateriaal:
Het merendeel van de stukken is in het Nederlands
Soort archiefmateriaal:
Normale geschreven en gedrukte documenten, charters en bijzondere handschriften
Bewaarplaats:
Streekarchief Voorne-Putten
Status open dataset:
Beschikbaar
Open data eigenaar:
Streekarchief Voorne-Putten
Licentie:
CC BY-SA 4.0 Creative Commons (CC BY-SA 4.0)
Geografische namen:
Categorie:
Opendata trefwoord:
Archiefvormer(s):
 
Archiefvormer -
 
Archiefvormer Stad en ambacht Heenvliet
laatste wijziging 10-06-2024
10.607 beschreven archiefstukken
30 gedigitaliseerd
totaal 809 bestanden