Hendrik Polman en zijn vrouw Alida van Dam, eerder weduwe en erfgename van Dirk van Heijningen, beide wonende te Haarlem, verkopen aan Hendrik van der Mark, voorheen wonende te Oudshoorn doch thans te Koudekerk, de helft in een pannenbakkerij, een woonhuis en erf, alsmede loodsen, schuren, ovens en de helft van de losse en vaste gereedschappen en blokken behorende tot het "pannewerk", verder de helft van het huis waarin thans de meesterknecht Teunis Rietkerk woont, alles met de daarbij behorende grond, groot 300 roeden, alles gelegen in de Hoogewaard, belend ten oosten Willem Breekland, ten zuiden de Rijn, ten westen Cornelis Rijnsburger en ten noorden de Heereweg; nog de helft van 1 morgen en 125 roeden land in de Hoogewaardse polder, belend ten oosten de erfgenamen van Arij van Heijningen, ten zuiden Willem Breekland, ten westen de erfgenamen van de weduwe van Jacob van der Meer en ten noorden Cornelis Rijnsburger; nog de helft van 1 morgen en 170 roeden land in de Hoogewaardse polder, belend ten oosten en noorden de weduwe van Bartholomeus Bosch en ten zuiden en westen Nicolaus Holtius. Koopsom 3.500 gulden. Laatstgenoemde partij was aanvankelijk 30 roeden groter, doch op 19-07-1753 is een strookje buitendijk van die grootte verkocht aan Nicolaus Holtius, waarop ten behoeve van genoemde partij land een recht van overpad, breed 8 voeten, naar en van de Rijn is gevestigd. Het gehele pannenwerk was sinds 13-11-1764 in bezit van Dirk van Heijningen en diens broer Arij van Heijningen, beiden voor de helft. De overige helft is thans in bezit van Jan van Rhijn te Leiderdorp, gehuwd met de dochter Susanne van de overleden Arij van Heijningen.